stockfoto leraar

Aan het inkomensverschil tussen leraren in het basisonderwijs en die in het voortgezet onderwijs moet een eind komen, vinden tienduizenden leerkrachten. Zij willen dat het nieuwe kabinet hiervoor 1,8 miljard euro per jaar uittrekt. Waarom komt deze eis juist nu op tafel, terwijl het inkomensverschil al sinds 1985 bestaat?

Puur een geldkwestie?
Als ‘PO in Actie’ puur om het geld zou gaan, dan zou het bij lange na niet de 33.000 likes op Facebook aantikken, denkt Thijs Roovers van de actiegroep die onder andere pleit voor een hoger salaris voor leerkrachten in basisonderwijs. Het gaat volgens Roovers, één van de initiatiefnemers van PO in Actie, om veel meer dan alleen geld. “Het gaat ons vooral om behoud van kwaliteit in het basisonderwijs, daar maken we ons heel erg zorgen over”, zegt hij.

Om het basisonderwijs op niveau en aantrekkelijk te houden, is het volgens de leraar van de Leonardo da Vincischool in Amsterdam van belang dat door de overheid geïnvesteerd wordt. “We krijgen steeds minder collega’s en het ziekteverzuim is erg hoog in het basisonderwijs. Dat komt met name door de hoge werkdruk; het gevoel dat het werk nooit af is en dat er steeds weer nieuwe taken gedaan moeten worden. Daar komt bij dat collega’s het basisonderwijs verlaten omdat een andere werkgever simpelweg beter betaalt.”

Het verschil in salaris
Verschil in salaris tussen leerkrachten in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs mag niet zo groot zijn zoals die nu is, betoogt Roovers. Immers, beide groepen hebben een vergelijkbare opleiding afgerond en werken in het voortgezet onderwijs is niet zwaarder. Een starter in het basisonderwijs verdient bruto ruim 150 euro minder dan in het voortgezet onderwijs. Het salarisverschil loopt daarna verder op, zo blijkt uit cijfers van de Algemene Onderwijsbond (zie onderstaande tabellen). 

Links ziet u het startsalaris van een leerkracht in het basisonderwijs, rechts het startsalaris in voortgezet onderwijs (Bron: AOb SalarisCheck).

Startsalaris POStartsalaris VO

 

 

 

 

 

 

 

Zie hieronder hoe het verschil gedurende de dienstjaren oploopt (Bron: AOb SalarisCheck).

De vakbonden AOb, CNV-onderwijs, FvOv, AVS en de werkgeversorganisatie PO-Raad staan vierkant achter de actie van de PO in Actie. Daarom hebben deze partijen gezamenlijk een manifest opgesteld. Er wordt druk op de politiek uitgeoefend om een eerlijke salariëring en minder werkdruk in het regeerakkoord op te nemen.

PO in Actie een hit op Facebook
Roovers strijdt al jaren tegen de ongelijke salarissen. Hij schrijft blogs over dit onderwerp en komt daardoor in contact met Jan van der Ven, die in regionale media ook over de salarisverschillen schrijft. De Facebookgroep Arnhem Meestert sluit zich eveneens aan en samen lanceren ze in maart ‘PO in Actie’, met inmiddels meer dan 33.000 likes op Facebook.

Paul de Brouwer, één van de beheerders van PO in Actie op Facebook, zegt dat betrokkenen steeds meer bewust worden van de 'oneerlijke' situatie. Omdat het zo storm loopt op Facebook, heeft hij collega’s gevraagd te helpen bij het monitoren van berichten en toelaten van nieuwe leden. Inmiddels helpen zo’n twaalf mensen mee aan de Facebookgroep. “Het is bijna een baan naast mijn huidige werk als leraar”, zegt De Brouwer. “Naast mensen toelaten en berichten monitoren gaat het daarnaast om overleg met elkaar en strategie bepalen.”

Waarom nu?
Hoe is het mogelijk dat leerkrachten zich juist nu zo massaal laten horen, terwijl het inkomensverschil al 32 jaar bestaat? “Dat is een goede vraag voor de bonden”, zegt De Roovers. “Ik neem het onze vertegenwoordigers wel kwalijk dat het niet eerder opgepakt is, dan zouden de kosten om het recht te trekken nu veel lager zijn. Als je nu niet investeert, dan gaat het bedrag alleen maar stijgen.”

Collega De Brouwer wijst naar de grote betrokkenheid onder leerkrachten, die blijkbaar jarenlang een laag loon accepteerden vanwege de passie voor het vak. De Roovers beweert dat onderwijsinstellingen veel parttimers in dienst hebben die geen kostwinner zijn en salaris niet heel belangrijk vinden. “Het is lang de ideale bijbaan geweest veel mensen, maar het opent nu ook de ogen bij parttimers.”

Verschil in salaris
Zowel Roovers en De Brouwer kunnen niet aangeven waarom een docent in het voortgezet onderwijs meer verdient dan zij. Bijzonder hoogleraar onderwijsarbeidsmarkt Marc van der Meer heeft wel een verklaring. Hij wijst naar de loonverhouding tussen docenten met een eerstegraads en die met een tweedegraadsopleiding. “Het heeft te maken met de wijze waarop je een functie waardeert”, legt Van der Meer uit. “Docenten met een eerstegraadsopleiding zijn veel beter af dan die met een tweedegraadsopleiding. De weging van functies is objectief vastgesteld, maar is natuurlijk ook afhankelijk van de preferenties en machtsvorming binnen de vakbeweging. De bonden onderhandelen met het Rijk over de lonen in alle onderwijssectoren.”

Van der Meer denkt dat alleen de werkgeversvereniging PO-Raad, mede onder druk van de actiegroep, het verschil kan maken in het meer gelijktrekken van de salarissen. “De beloning is nu niet concurrerend op de arbeidsmarkt en daardoor krijg je misschien niet de beste mannen en vrouwen voor de klas.”

Staken
Wanneer de doelen en middelen benoemd in het manifest niet afdoende in het regeerakkoord worden opgenomen, peilen alle betrokken organisaties de actiebereidheid onder hun leden. Oftewel: staken. “Het is klip en klaar dat we gaan staken als onze eisen niet worden ingewilligd”, is Roovers stellig. “Over de concrete invulling zijn we nog niet helemaal uit, dat hangt af van de gesprekken met de politiek en hoe de groep erover denkt. Het worden in ieder geval geen ludieke acties. Het wordt dan echt tijd om de school dicht te gooien.”

De Algemene Onderwijsbond is terughoudender als het gaat om staken en verwijst daarbij naar de grootste onderwijsstaking ooit, in 2012. Toen kwamen 50.000 leraren naar de Amsterdam Arena voor een grote demonstratie tegen bezuinigingen in het passend onderwijs. “Daar is een planning van anderhalf jaar aan vooraf gegaan”, laat woordvoerder Thijs den Otter van de AOb weten. “Een staking moet je opbouwen. Je moet zorgen dat je de spanning en druk erop houdt. Dat lukt PO in Actie beslist heel aardig. Maar als je meteen naar het zwaarste middel grijpt, wat moet je dan nog meer?”

Thijs Roovers noemt PO in Actie een ‘twee-issue-partij’ (hoger salaris en minder werkdruk). Opvallend is dat PO in Actie in korte tijd met het probleem de media haalt. Roovers: “We nemen een klein beetje de taak van de vakbonden over. Wij zijn beter in staat om de echte problemen aan te kaarten en daarvoor te strijden. Maar de vakbonden hebben nog veel macht en daarom hebben we ze nodig.” Thijs den Otter van de AOb reageert dat de bond het liefst zelf een succesvolle actie initieert, maar dat bij dit soort dingen het doel voor het ego moet gaan. “Het is goed dat er nu een nieuwe urgentie is.”

Iedereen er wat bij
De vraag die resteert is of het nieuwe kabinet 1,8 miljard euro gaat uittrekken voor lonen in het basisonderwijs. Hoogleraar Van der Meer heeft zo zijn twijfels. “Stel dat het nieuwe kabinet in het onderwijs gaat investeren, dan is het nog de vraag hoe de middelen binnen de begroting worden verdeeld. Het bedrijfsleven claimt bijvoorbeeld middelen voor research en innovatie. Maar er zijn ook specifieke regio’s met lerarentekorten, die extra toelages willen bieden aan startende docenten. Dat houdt in dat er strijd is om het geld. Meestal krijgt niet één sector binnen het onderwijs het grootste deel. Het meest waarschijnlijke is dat iedereen er wat bij krijgt.”

© Nationale Onderwijsgids / Frank Molema