Eén jaar oorlog in Oekraïne, maar is er ook een uitweg?

Op 24 februari is het een jaar geleden dat Rusland Oekraïne binnenviel. Wat volgde is een oorlog met honderdduizenden slachtoffers, toenemende wapenleveranties vanuit het Westen, grote vluchtelingenstromen en oorlogsretoriek die doet vrezen voor het ergste. Met vier geesteswetenschappers uit verschillende disciplines analyseren we de huidige stand van zaken van de oorlog in Oekraïne, en blikken we na een jaar van escalatie vooruit: hoe moet het verder met deze oorlog? Dat meldt de Universiteit Utrecht. 

Op dit moment verkeren we in een oorlogsroes, observeert hoogleraar Conflict Studies Jolle Demmers. Ze ziet een risico op een lange, gruwelijke oorlog. “Met de toename van het geweld en leed verharden posities in oorlog. Het wordt voor strijdende partijen steeds moeilijker uit de dynamiek van escalatie te stappen: iedere nieuwe dode moet worden gewroken. Daarmee wordt het steeds moeilijker om een compromis te sluiten.”

Offensieve wapens 

Laurien Crump, geaffilieerd onderzoeker in de Geschiedenis van de internationale betrekkingen, herkent het beeld dat Demmers schetst. “Er worden nu ook offensieve wapens geleverd. Mark Rutte zei onlangs in Kyiv zelfs dat er geen taboes meer zijn. De clash tussen de NAVO en Rusland lijkt steeds dichterbij te komen.”

“Binnen de EU reageert nog een politiek van principes: van doorvechten tot het bittere eind”, stelt Demmers. “Niet alleen de strijdende partijen liggen op ramkoers, de Europese Unie heeft zich eveneens vastgezet in onwrikbare principes.”

Poetin 

“En hoe langer de oorlog duurt en hoe hoger de inzet, hoe gevaarlijker, ook voor ons”, waarschuwt Crump. “Bovendien speelt het Poetin in de kaart: voor een despoot is er niets beter om zijn bevolking onder de duim te houden dan gezamenlijk vijandsbeeld. Hoe offensiever het Westen zich richting Rusland opstelt, hoe makkelijker Poetin dat beeld weet te schetsen en hoe meer hij de duimschroeven op het thuisfront kan aandraaien.”

Mobilisatie van Rusland 

“Aan de Russische kant zit een volstrekt nihilistische president,” zegt Laurien Crump, “die zijn eigen volk eindeloos als kanonnenvoer naar het front zal sturen.” Veel van de jonge mannen die Rusland naar het front stuurt komen uit de groepen etnische minderheden. “Je ziet dat de mobilisatie heel selectief is”, licht universitair hoofddocent Culturele geschiedenis Gertjan Plets toe. “Er zijn bijvoorbeeld relatief meer Altajers opgeroepen dan andere nationaliteiten.”

Als etnograaf doet Plets sinds 2019 onderzoek in de Altajregio in Siberië, een semionafhankelijke deelrepubliek waar veel niet-Russische minderheden wonen die een gespannen relatie met Moskou hebben. Hij ziet het draagvlak voor de oorlog afnemen, terwijl de onrust toeneemt. “Er zijn al veel jonge Altajers gestorven, maar velen zijn ook gevlucht naar Mongolië. Sinds de mobilisatie laait de spanning bij minderheden op en er wordt nu explicieter negatief over de oorlog gesproken.”

Doorgaan tot het einde 

Poetin zal in ieder geval doorgaan tot het einde, vreest Laurien Crump, ongeacht de kosten voor Rusland, al dan niet in menselijk opzicht. “Aan westerse kant lijkt er echter ook geen exitstrategie te zijn. Westerse regeringsleiders, zoals Joe Biden, maar ook Mark Rutte, verkondigen expliciet dat ze Zelensky en Oekraïne tot het einde zullen steunen én dat Zelensky mag bepalen wanneer het eindigt. Dat einde zou wel eens heel bitter kunnen zijn.”

Ook universitair docent Internationale geschiedenis en genocideonderzoeker Iva Vukusic vindt dit problematisch. “Het menselijk leed is enorm en dat mogen we nooit vergeten, terwijl we de abstracte geopolitieke en juridische aspecten van deze oorlog bespreken. De vernietiging van infrastructuur, de emotionele littekens van mensen die alles kwijt zijn. Dat zijn dingen waar ik me grote zorgen over maak. Net als hoe het verder moet met Poetin aan de macht – of wat er gebeurt als hij die macht verliest.”

Staakt-het-vuren advies 

“De westerse regeringen beginnen ook een beetje nerveus te worden”, ziet Laurien Crump. “We horen af en toe voorzichtige de-escalerende geluiden, met name van de Duitsers en Fransen.” Demmers vervolgt: “In de afgelopen maanden gingen er rond Washington eveneens stemmen op die een staakt-het-vuren adviseren. Kijk bijvoorbeeld naar het recente rapport ‘Avoiding a Long War’. Daarin wordt het risico dat de huidige geweldsdynamiek uiteindelijk tot een oorlog tussen Rusland en NAVO kan leiden serieus genomen.”

Als historicus ziet Iva Vukusic hoe het Russische perspectief uitgevlakt lijkt te worden. “Dat is een zorgelijke ontwikkeling. De Russen worden uitgesloten van alle gesprekken, in de veronderstelling dat zij allemaal regeringsaanhangers zijn.” Ook Gertjan Plets ziet dat de Russische publieke opinie uit het debat verdwijnt. “Ik denk dat we het laatste jaar te veel aandacht hebben gehad voor de geopolitieke context en machtsverhoudingen. In het proces zijn we helaas de Russische publieke opinie, en vooral die buiten Moskou, vergeten.”

Volgens Plets werkt deze ontwikkeling net zo goed de andere kant op. “Een goede collega van me, die in Siberië werkzaam is, vroeg laatst of ik haar eens kon bijpraten over hoe er in het Westen over de oorlog wordt gesproken. Ze wilde dat weten omdat ze moeilijk toegang krijgt tot westerse media en de Russische propaganda oorverdovend luid is.”

Afghaanse Oorlog 

De oorlog doet Plets denken aan de Afghaanse Oorlog (1979-1989). “Ik heb veel veteranen van die oorlog en hun familieleden geïnterviewd. Het was een lange oorlog waarin veel doden vielen en legio jonge dienstplichtigen moesten vechten. Uiteindelijk viel het Sovjetregime door een veelheid aan factoren, maar de Afghaanse Oorlog speelde een belangrijke rol. Ik denk dat de oorlog in Oekraïne op eenzelfde manier kan uitspelen.”

Een zorgwekkend toekomstperspectief, vindt Laurien Crump. “De Russen zaten daar tien jaar lang en de Taliban vecht nu nog steeds met de wapens die de Amerikanen in de jaren tachtig aan de Afghaanse Mujahedeen hebben geleverd. Dat vind ik in alle opzichten een angstaanjagend vooruitzicht, ook voor Oekraïne.”

De oorlog 'winnen' 

Oorlogvoeren tot het bittere eind is niet de oplossing, denkt Jolle Demmers. “Er is een nieuw narratief over wat ‘winnen’ betekent nodig. Op termijn kan dit een uitweg bieden uit een gevaarlijke dynamiek van escalatie.” Wat haar betreft moet Nederland daarop aansturen. “Door de miljarden aan wapenleveranties, de intensieve trainingsoperaties en inlichtingen dragen wij medeverantwoordelijkheid voor zowel de escalatie naar nog meer gruwelijkheden, als een uitweg uit deze hel.”

We moeten daarom realistisch zijn, vindt Demmers. “Er is nagenoeg geen kans dat Oekraïne de doelstelling van volledige territoriale controle zal realiseren. Door ons te richten op de inzet van instrumenten zoals wederopbouw en veiligheid van Oekraïne, en voorwaarden rondom neutraliteitgaranties en sanctieverlichting richting Rusland kan er een begin worden gemaakt met een proces dat uiteindelijk kan uitmonden in vredesonderhandelingen.”  

Pijnlijke compromissen 

“Het is nodig om beide partijen aan tafel te krijgen”, vindt ook Laurien Crump. “Daarvoor zullen buitengewoon pijnlijke compromissen moeten worden gesloten. Enerzijds moeten er veiligheidsgaranties aan Oekraïne worden geboden, maar geen NAVO-lidmaatschap. Anderzijds moet er een compromis komen over de status van de Donbas en de Krim, dat Poetin binnen Rusland als overwinning kan verkopen. Als hij dat niet kan, zal hij niet akkoord gaan.”

Bovendien moet er worden gekeken naar de Europese veiligheidsstructuur, benadrukt Crump. “Die is al sinds het einde van de Koude Oorlog onvoltooid – over de plaats van Oekraïne, maar ook van Rusland, is in nooit voldoende nagedacht.”

Gerechtigheid en aansprakelijkheid 

De afwikkeling van de oorlog en de nasleep worden hoe dan ook ingewikkeld. Iva Vukusic voorziet veel problemen rondom vragen over gerechtigheid en aansprakelijkheid. “Het lijkt erop dat er een nieuw tribunaal wordt opgericht om de Russische leiders te berechten voor de inval en de agressie die daarbij kwam kijken. Het Internationaal Strafhof kan het binnenvallen van een ander land niet vervolgen, maar een nieuw tribunaal moet deze misdaden wel kunnen bestraffen.” Het blijft echter de vraag hoe zo’n Oekraïnetribunaal past binnen eventuele saamhorige vredesonderhandelingen.

De rol van wetenschappers in deze oorlog is beperkt, maar zeker niet onbelangrijk, vinden alle vier de geesteswetenschappers. “We verzamelen, documenteren en bewaren gebeurtenissen, ervaringen en onderzoek, om genuanceerd te kunnen analyseren wat er in de wereld gebeurt”, zegt Vukusic. “De grote ontwikkelingen kunnen we niet beïnvloeden en we zullen geen levens redden, maar misschien kunnen we de naald wel ietsje verschuiven. En dat kleine beetje kan van betekenis zijn als we de lessen het verleden weten te delen.”

Tunnelvisie voorkomen 

Laurien Crump geeft aan dat het belangrijk is om een bredere context te schetsen en naar de langere termijn te kijken. “Waar liggen de wortels van deze oorlog en gaat het alleen om Oekraïne? Als historicus kan ik helpen om een tunnelvisie te voorkomen. Deze oorlog is dichtbij en beangstigend, maar met een heldere en goed gefundeerde analyse kun je als wetenschapper wat rust brengen in het debat en mensen handvatten geven om de voortdurende stroom aan informatie te bevatten.”

“Als wetenschappers kunnen we aandacht vragen voor bepaalde onderdelen die misschien de sleutel kunnen vormen voor een uitweg uit dit conflict”, vult Gertjan Plets aan. “We moeten de spotlight durven te richten op die aspecten die onderbelicht blijven. We moeten onze kennis delen. Dat wil zeggen dat we soms tegen collega’s moeten ingaan die die kennis niet hebben en als buitenstaander naar het conflict kijken. Hun analyse is belangrijk en meestal heel goed, maar Rusland is een vreemd beest dat contextuele duiding nodig heeft.”

Door: Nationale Onderwijsgids