Normal_handtekening

(Novum) - Het aandeel jongeren dat geen vast maar een flexibel arbeidscontract heeft, is het afgelopen decennium sterk toegenomen. Tussen 2002 en 2012 steeg het aandeel flexcontracten van een kwart naar bijna veertig procent. Daarmee is de stijging wel hoger dan onder de rest van de werknemers. Dat blijkt uit woensdag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek.

Van de 627 duizend jongeren tussen de 15 en 27 jaar die in 2012 werk hadden, had iets meer dan de helft een vast contract. 39 procent had een flexibel contract. Tien jaar eerder was die verhouding 72 en 24 procent. Onder 27- tot 65-jarigen had in 2012 elf procent een flexibel contract. Tien jaar eerder was dat acht procent.

De stijging van het aantal flexcontracten onder jongeren vond vooral plaats onder oproepkrachten en werknemers met uitzicht op een vaste baan. Het aandeel van die laatste groep steeg van tien naar vijftien procent. Het aandeel oproepkrachten steeg van twee naar zeven procent.