(Novum) - Van de werknemers die langer dan drie jaar bij een werkgever werken onder een tijdelijk contract, heeft twaalf procent drie maanden moeten thuiszitten om een vast contract te voorkomen. Dat blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Het planbureau concludeert hieruit dat dit zogenoemde ketenmisbruik niet heel gebruikelijk is.
Werknemers met meer dan twee tijdelijke contracten met een gezamenlijke duur van drie jaar moeten onder de huidige wet een vast contract krijgen, als zij mogen aanblijven. Dat kan alleen voorkomen worden door drie maanden niet voor de werkgever te werken.
In het sociaal akkoord hebben werkgevers, werknemers en de overheid afgesproken misbruik van de 'ketenregel' te gaan voorkomen. Afgesproken is om de minimale periode tussen opeenvolgende aanstellingen bij één werkgever te verlengen naar zes maanden. Daarnaast moet al na twee jaar aan tijdelijke contracten een vast contract volgen.
Het SCP vermoedt dat het effect van deze aanscherping van de regelgeving beperkt zal zijn. "Langdurig verblijf in de flexibele schil wordt vooral veroorzaakt door een aaneenschakeling van tijdelijke contracten bij verschillende werkgevers", schrijven de onderzoekers. "En niet door het massaal inlassen van een onderbreking om zo een vast dienst verband bij de oude werkgever te voorkomen."
