Logo_primair_onderwijsraad_po-raad_logo

Het kabinet claimt op haar laatste Prinsjesdag dat het primair onderwijs er de komende tijd flink op vooruit gaat. Deze positieve boodschap blijkt vooral gestoeld op gegoochel met cijfers, stelt de PO-Raad. Met haar plan een tweede jaar taalonderwijs voor vluchtelingenkinderen te bekostigen, lijkt het kabinet een opdracht van de Tweede Kamer uit te voeren. In totaal trekt het kabinet hiervoor 15 miljoen euro uit terwijl minstens 24 miljoen euro was toegezegd. Dat meldt de PO-Raad.

De uitgave per leerling, zo schrijft het kabinet, steeg in het primair onderwijs van 6200 euro in 2012 naar 6700 euro in 2017. Dit bedrag geeft een vertekend beeld omdat hierin ook het speciaal onderwijs is meegenomen. Een reguliere basisschool ontvangt circa 4500 euro per leerling. Daar komt bij dat het primair onderwijs al jaren kampt met stille bezuinigingen waarbij de kosten hoger waren dan de bekostiging. De hogere bekostiging per leerling is niet voldoende om het gat van zo'n 750 miljoen euro te dichten.

Het kabinet laat daarnaast weten dat 133 miljoen euro wordt vrijgemaakt voor goede arbeidsvoorwaarden voor leraren in de komende kabinetsperiode. Hoewel de PO-Raad het belang van een dergelijke maatregel onderschrijft, is ze sceptisch over deze toezegging. Het is maar afwachten wat een volgend kabinet met dat geld doet.

Met extra geld voor het bestrijden van armoede, wil het kabinet daarnaast kansengelijkheid bevorderen. “Maar wie kansenongelijkheid echt wil wegwerken, moet ook daadwerkelijk investeren in het wegwerken van onderwijsachterstanden. Dat lukt niet met maar 5 miljoen euro voor gemeenten die nu wordt uitgetrokken'', aldus Rinda den Besten, voorzitter van de PO-Raad. Voor het onderwijs loopt het budget zelfs terug.

De PO-Raad roept het volgende kabinet dan ook op vol voor het onderwijs te durven gaan. Hogere salarissen voor leraren zijn broodnodig om het vak aantrekkelijker te maken, nieuwe leraren aan te trekken en een tekort te voorkomen. Blijven investeringen uit, dan dreigt over tien jaar een tekort van 6.000 tot 8.000 fulltime leraren. Om kansengelijkheid te bevorderen, is het noodzakelijk dat kinderopvang, gemeenten, peuterwerk en onderwijs in een doorgaande lijn op elkaar worden afgestemd en er één basisvoorziening is voor álle kinderen van 0-12 jaar. Ook ICT kan een belangrijke bijdrage leveren aan kansengelijkheid en meer onderwijs op maat. Investeren in ICT, een goede digitale infrastructuur en digitale leermiddelen, is daarom een must, vindt de PO-Raad.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids