Op basis van een enquête onder 754 leden komt de Onderwijscoöperatie, de organisatie die de kwaliteit en positie van leraren bevordert, tot de conclusie dat er een missing link is tussen de professionalisering van leraren en de ontwikkeling van de school (Trouw van dinsdag 12 april). Dat vind ik heuglijk nieuws. 

Nog niet zo lang geleden claimden leraren de ruimte om als professionals zelf richting te geven aan het onderwijs. Een belangrijk en krachtig geluid na jaren waarin in scholen over hoofden van leraren heen werd geprobeerd om het onderwijs te vernieuwen. De roep om meer zeggenschap van leraren werd gehonoreerd door maatregelen van de overheid om in de professionalisering van leraren te investeren. Dat nu wordt vastgesteld dat voor de ontwikkeling van de school verbinding nodig is tussen de koers van de school en de ontwikkeling van de leraar is een mooie stap in de ontwikkeling van het onderwijs.

Het wordt heel duidelijk dat de ontwikkeling van het onderwijs geen zaak is van morele eenpitters. Goed onderwijs aan onze kinderen kan alleen vorm krijgen wanneer leraren en schoolleiders samen de handen aan de ploeg slaan. En daarin ook de verbinding zoeken met ouders of verzorgers, andere scholen en in het beroepsonderwijs bijvoorbeeld met bedrijven.

In masteropleidingen ‘leren en innoveren’ leren zogenaamde ‘teacher leaders’ leergemeenschappen te vormen waarin leraren in samenspraak met collega’s, de schoolleiding en experts hun onderwijs op basis van praktijkonderzoek ontwikkelen. Scholen vormen bestuursacademies waarin leraren met het oog op de onderwijsbehoefte van leerlingen in de klas werken aan persoonlijke leervragen en ontwikkelingsvragen van de school. Met hulp van externe begeleiders werken onderwijsteams aan aantrekkelijk onderwijs dat leerlingen motiveert. Elke dag een beetje beter. Docenten helpen elkaar met praktische handreikingen of feedback op het eigen handelen.

In 2015 stelde KPC Groep de leerstoel docentprofessionalisering in. Op 20 mei aanstaande houdt Marjan Vermeulen haar oratie aan de Open Universiteit. Professor Marjan Vermeulen wijst erop dat er vaak te gemakkelijk wordt gedacht over professionalisering. Dat je het wel zou weten als je een boek leest over dyscalculie, naar een cursus gaat over klassenmanagement of wanneer de schoolleiding zegt dat de leergemeenschap ‘differentiëren in de klas’ is gestart.

Professionalisering en het ontwikkelen van een professionele ruimte waarin daar de vruchten van worden geplukt is een sociaal proces. Vermeulen geeft zes ogenschijnlijk eenvoudige tips

1. Het moet over de praktijk van alledag gaan
2. Professionalisering kan niet zonder de stem van de leraren zelf
3. Samen leren is effectiever
4. Het moet in lijn zijn met het schoolbeleid
5. Het moet ook in lijn zijn met overheidsbeleid of andere ‘hogere’ ontwikkelingen
6. En je moet een beeld hebben van waar het toe moet leiden.

Hoe eenvoudig ze ook klinken de tips van Vermeulen zullen niet van de ene op de andere dag tot verandering leiden. Het is geen toverformule. Om de tips waar te maken is het van belang om de frontlijnintelligentie van leraren te verbinden met de bestuursintelligentie van schoolleiders. Daarvoor is het nodig om met elkaar gesprekken aan te gaan die de leraren of de schoolleiders liever uit de weg gaan. De uitdaging zit hem in het betreden van deze “plek der moeite”, of zoals de uitspraak luidt: zonder wrijving geen glans.

Dr. Ton Bruining is directielid van KPC Groep, adviseur in het beroepsonderwijs, toezichthouder in het basisonderwijs, docent in de master leren & innoveren en redacteur van het professionaliseringsblad Opleiding & Ontwikkeling.

© Nationale Onderwijsgids / Ton Bruining