DEN HAAG - Wat staat het Nederlands onderwijs precies te wachten nadat een nieuw kabinet is gevormd? Politieke partijen lijken massaal tegenstander te zijn van de langstudeerboete en er is verdeeldheid over de vraag of de invoering van een sociaal leenstelsel wel de oplossing is. Maar waar worden de bezuinigingen in het onderwijs dan gegenereerd? Het Centraal Planbureau (CPB) heeft alle bijlagen en financiële stukken achter de verschillende verkiezingsprogramma’s eens goed bestudeerd. In een artikel zet Scienceguide een aantal bevindingen van het CPB op een rijtje.
Een aantal van de grootste partijen is voorstander van schaalvergroting van het hbo- en wo-onderwijs. De SP bijvoorbeeld is voornemens om 100 miljoen te bezuinigingen door kleinschaligere opleidingen samen te voegen. Ook in het mbo worden verscheidene opleidingen samengevoegd. Ook D66 wil met het samenvoegen van kleinere scholen zo’n 200 miljoen euro bezuinigen. De VVD wil de subsidiëring van zwakke scholen in dunbevolkte gebieden en de gelden voor 'zorgleerlingen' schrappen.
Ook de PvdA doet een duit in het zakje. De partij is van plan 700 miljoen te bezuinigen door te snijden in de bekostiging van het vmbo, mbo-opleidingen en het groene onderwijs. Net als de PvdA wil ook het CDA het aantal hbo- en wo-opleidingen inperken.
Ongewisse toekomst kunstonderwijs
Als er een sector is binnen het hoger onderwijs die het moet ontzien, dan is het wel het kunstonderwijs. De meeste partijen vinden dat het er veel selectiever aan toe kan in deze ho-sector. Zowel de PvdA, de PVV als het CDA menen 100 miljoen te kunnen snijden in het budget voor omdat het kunstonderwijs strenger zou gaan selecteren. In een sector waarin in totaal ongeveer 200 miljoen euro omgaat zou halvering van de subsidiëring waarschijnlijk de nekslag betekenen.
Opvallend is dat de HBO-raad, die de belangen zou moeten behartigen van het wereldwijd geroemde Nederlandse kunstonderwijs, tot op heden nog niet heeft gereageerd op deze ontwikkelingen.
© Nationale Onderwijsgids / Martijn van Noppen
