Chantal Kessels promoveerde gisteren op haar onderzoek aan de Universiteit Leiden naar mentoren die beginnende leraren begeleiden. Dezen bieden veel emotionele steun, maar hun begeleiding heeft minder effect op professionele ontwikkeling volgens Kessels.

Kessels ontdekte dat de nadruk in begeleidingsprogramma's vaak ligt op emotionele ondersteuning. Daarnaast krijgen ze advies over het ‘managen' van de klas. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de meeste mentoren sterk gericht zijn op de alledaagse urgente zorgen en problemen van de docent. Daarmee willen ze hen meteen helpen.

De promovenda adviseert om de begeleiding meer te sturen en om bij de selectie van mentoren rekening te houden met hun competentie om docenten te kunnen uitdagen in hun professie.

Ook verdient het aanbeveling om assessmentprocedures in het programma op te nemen, die mentoren beter in staat stellen docenten in hun professionele ontwikkeling te ondersteunen.

Ten derde adviseert Kessels de professionele ontwikkeling van docenten een meer centrale plaats te geven in scholen dan nu vaak het geval is, bij voorkeur in samenwerking met lerarenopleidingen.