Leraren in combinatieklassen, met leerlingen uit meerdere leerjaren bij elkaar, geven minder goed les dan leraren in klassen met kinderen uit één leerjaar (homogene klas). Dit heeft onder meer de te maken met de niveauverschillen in een combinatieklas, waardoor de leskwaliteit achteruit gaat, aldus de Onderwijsinspectie. Dat meldt RTL Nieuws.
Kinderen in combinatieklassen zijn minder vaak betrokken bij het werk dat ze moeten doen, ze krijgen vaker onduidelijke uitleg en de inspecteurs van de Onderwijsinspectie vinden dat leraren hun instructies onvoldoende afstemmen op hun verschillende doelgroepen.
“In een homogene klas zie je dat leraren kinderen die snel werken een korte instructie geven. Kinderen die wat meer uitleg nodig hebben, worden even bij de docent geroepen voor wat extra instructies”, zegt woordvoerder Jan-Willem Swane van de Onderwijsinspectie. Hij merkt op dat het voor docenten in een homogene groep al lastig is, laat staan voor leraren in een groep met verschillende niveaus.
De Onderwijsinspectie heeft in haar onderzoek niet het verschil tussen noodzakelijk en niet-noodzakelijke combinatieklassen meegenomen. Soms zijn combinatieklassen namelijk nodig als er bijvoorbeeld weinig leerlingen zijn. In andere gevallen heeft de school ervoor gekozen en zijn leraren ervoor opgeleid om les te geven aan verschillende niveaus. Swane adviseert scholen hoe dan ook om leraren aan te nemen die een combinatieklas gewend zijn en ervoor opgeleid zijn. Het is aan de schoolbesturen om de juiste docent voor de juiste klas te vinden. Mocht een onvoldoende gekwalificeerde leraar voor de klas staan, dan heeft deze extra scholing nodig.
Door: Redactie Nationale Zorggids
