Minister Bussemaker deelt promotiebeurzen uit aan leraren, foto: NWO

Onderzoek naar gezonde peutermonden, superdiversiteit in het mbo, Hindoestaanse liedkunst, en succesfactoren in tweetalig primair onderwijs: zomaar een greep uit de onderwerpen van de talentvolle leraren die de komende jaren promotieonderzoek gaan doen. In totaal 27 leraren ontvingen deze week een Promotiebeurs uit handen van minister Bussemaker van Onderwijs. NWO beoordeelde en selecteerde de beursaanvragen. Dit meldt NWO.

Minister Bussemaker is verheugd dat al 275 leraren een Promotiebeurs hebben gekregen. Het ministerie stelt jaarlijks 9,5 miljoen euro beschikbaar voor de promotietrajecten. Met de beurs krijgen leraren de kans om zichzelf verder te ontwikkelen en de aansluiting tussen universiteiten en scholen te versterken.

De meeste beursaanvragen worden ingediend voor onderzoek in het alfa- en gammadomein. Het overgrote deel van de aanvragers zijn docenten uit het voortgezet onderwijs en het hbo. Ook de meeste beurzen gaan naar deze leraren toe, maar deze ronde zijn ook twee leraren uit het primair onderwijs gehonoreerd. De promotiebeurs is gestart in 2011. Inmiddels zijn al enkele leraren gepromoveerd en ook in 2017 zullen verschillende leraren gaan promoveren met een promotiebeurs.

Leraren die in aanmerking willen komen voor een promotiebeurs moeten een promotor aan een Nederlandse universiteit zoeken en een onderzoeksplan indienen bij de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). De keuze voor een onderzoeksonderwerp is vrij en mag zich richten op de alfa-, bèta-, gamma- en levenswetenschappen.

Belangrijk bij het promotieonderzoek is dat de opgedane kennis en onderzoekservaring ten goede komen aan de wetenschap én aan de onderwijspraktijk. Leraren die worden toegelaten, worden voor een periode van vijf jaar maximaal 0,4 fte per jaar vrijgesteld van onderwijs om te werken aan hun promotieonderzoek met behoud van salaris.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids