Per 1 augustus is de Wet Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen van kracht, zo meldt de PO-raad. In de wet is vastgelegd dat scholen per 1 augustus 2010 de referentieniveaus in het onderwijsaanbod als uitgangspunt moeten nemen.

De referentieniveaus beschrijven wat leerlingen moeten kennen en kunnen op het gebied van taal en rekenen. Voor taal gaat het om de domeinen mondelinge taalvaardigheid (gespreks-, luister- en spreekvaardigheid), leesvaardigheid (zakelijke teksten, fictie, narratieve en literaire teksten), schrijfvaardigheid, hanteren van begrippen en taalverzorging. Voor rekenen gaat het om de domeinen: getallen, verhoudingen, meten en meetkunde en verbanden.

De referentieniveaus gelden voor het primair onderwijs, het voorgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Voor het primair onderwijs worden twee beheersingsniveaus onderscheiden: het fundamentele niveau 1F en het hogere streefniveau 1S. De niveaus zijn integraal van toepassing op het speciaal basisonderwijs en alle vormen van speciaal onderwijs, met uitzondering van zeer moeilijk lerenden en meervoudig gehandicapte leerlingen (ZML en MG).

Voor het voortgezet speciaal onderwijs zullen de referentieniveaus nog worden vastgesteld in het kader van de wetgeving kwaliteit (v)so. Deze wetgeving zal naar verwachting per 1 augustus 2012 in werking treden en heeft tot doel de opbrengsten van het (v)so te verbeteren. De referentieniveaus kunnen daar uiteraard een bijdrage aan leveren.

Eén van de belangrijke doelstellingen van de Kwaliteitsagenda PO is de fundamentele, duurzame verbetering van de taal- en rekenprestaties. Meer informatie over de referentieniveaus vindt u op www.taalenrekenen.nl.