Uit het jaarverslag dat de GGD enkele weken geleden naar de gemeenteraad van Den Haag en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft gestuurd, blijkt dat tot nu toe nog maar drie van de twintig gastouderbureaus aan de kwaliteitseisen voldoen. Deze eisen zijn sinds begin dit jaar ingesteld door de nieuwe Wet Kinderopvang. De situatie zou in andere grote steden niet veel beter of zelfs slechter zijn. Dit meldt dagblad De Pers.

Zodra de inspectie zich meldt, heffen veel bureaus zich op. Zo verdween vorig jaar de helft van de gastouderbureaus in Den Haag, terwijl er tegelijkertijd kwamen er zeventien nieuwe bureaus bij. Een woordvoerder van de GGD omschreef de situatie als ' niet erg professioneel allemaal'.

Amsterdam toont vergelijkbare cijfers met Den Haag. In Rotterdam gaat het zelfs nog wat slechter. In de havenstad sloten 26 bureaus hun deuren, terwijl er aan het begin van dat jaar 23 bestonden. Er kwamen ondertussen twintig nieuwe bureaus bij.

Veel van de kerntaken worden niet of nauwelijks uitgevoerd. Ook worden de betrouwbaarheid en achtergrond van gastouders en de opvanglocaties nauwelijks gecontroleerd. Daar komt nog bij dat ouders en gastouders slecht geïnformeerd zijn en vaak de administratie niet op orde hebben.

© Nationale Onderwijsgids