Passend Onderwijs advies

Passend onderwijs: het had zoveel kinderen moeten helpen bij het vinden van de juiste onderwijsplek. Vijf jaar na invoering van de Wet passend onderwijs blijkt de realiteit helaas behoorlijk anders. Bij belangenorganisatie Ouders & Onderwijs kwamen alleen het afgelopen jaar al duizenden klachten van ouders binnen. Reden genoeg om met voorstellen te komen over hoe het wel kan werken. Na gesprekken met ouders, oudervertegenwoordigers en andere betrokkenen in het onderwijs komt Ouders & Onderwijs met aanbevelingen om passend onderwijs in de praktijk te verbeteren.  

  1. Kleinere klassen. In een kleine klas is meer tijd en aandacht voor kinderen. Ze worden écht gezien. Alle kinderen komen op die manier beter tot hun recht.
  2. Investeer in leerkrachten. Zorg voor meer leraren en verlaag de werkdruk. Geef leraren meer waardering en een hoger salaris.
  3. Haal meer ondersteunend personeel de klas en school in. De werkdruk daalt daardoor, kinderen krijgen meer aandacht en er is meer tijd voor lesvoorbereiding en scholing. En er ontstaat ruimte om de kennis over specifieke groepen te verbreden (zoals hoogbegaafdheid, autisme, chronische aandoeningen en angststoornissen). 
  4. Zorg voor maatwerk waar nodig. Alle kinderen zijn anders, dus het zou normaal moeten zijn dat passend onderwijs flexibel ingericht wordt. Soms hebben kinderen maatwerk in onderwijstijd en onderwijslocatie nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen. De klassieke leerplicht moet daarom veranderen in een leerrecht.
  5. Maak transparant waar kinderen recht op hebben. Landelijke richtlijnen zorgen ervoor dat scholen en ouders weten waar ze aan toe zijn en dat het geld ook daar terecht komt waar het nodig is: bij het kind in de klas op een reguliere school of in het speciaal onderwijs. 
  6. Richt binnen ieder samenwerkingsverband een onafhankelijk ouderpunt op. Dit steunpunt kan ouders informeren over en ondersteunen bij passend onderwijs. Laat de samenwerkingsverbanden zo’n steunpunt financieren en laat ouders bepalen hoe het ingericht wordt.
  7. Zet regionale steunpunt van ervaringsdeskundige ouders op. Ouders hebben er behoefte aan om kennis en ervaringen te delen, zodat ze beter in staat zijn samen met de school echt passend onderwijs te realiseren. De overheid zou dit moeten faciliteren.
  8. Zorg dat samenwerkingsverbanden onafhankelijker worden. Ouders, leerlingen en personeel moeten in de gaten kunnen houden of het samenwerkingsverband scholen die zich niet houden aan de afspraken daar inderdaad op aanspreekt.
  9. Geef thuiszitters een leerrechtbudget. Samenwerkingsverbanden reserveren een persoonsgebonden leerrechtbudget reserveren voor kinderen die thuiszitten. Uit dit budget kunnen kosten voor alternatieve vormen van onderwijs aan deze leerlingen worden betaald als het samenwerkingsverband zelf geen dekkend aanbod kan leveren. 
  10. Geen Veilig-Thuis-melding bij het ontbreken van passend onderwijs. Een Veilig-Thuis-melding is niet bedoeld voor niet passend onderwijs. Het inzetten van VT als drukmiddel om ouders te dwingen een oplossing te accepteren waar zij en hun kind niet achter staan zou niet mogen voorkomen. De meldcode voor scholen moet hierop aangepast worden.
In de Staat van de Ouder vindt u een volledig overzicht van de aanbevelingen, hoe Ouders & Onderwijs tot deze aanbevelingen is gekomen en een aantal persoonlijke verhalen van ouders. Lees de Staat van de Ouder en word geïnspireerd om passend onderwijs samen te verbeteren.