Vanaf 1 augustus worden in het basisonderwijs 'referentieniveaus' voor taal en rekenen ingevoerd, waarin beschreven staat wat leerlingen aan het eind van de basisschool precies moeten kennen en kunnen. De invoering is volgens het ministerie van onderwijs nodig, want de kwaliteit van reken- en taalonderwijs ligt onder vuur.

Momenteel besteden al 1.470 scholen extra aandacht aan taal in de klas en 400 scholen doen hetzelfde met rekenen. Toch worden er kanttekening geplaatst bij deze focus op het reken- en taalonderwijs. In een artikel van dagblad Trouw van vandaag waarschuwt Sjoerd Karsten, hoogleraar onderwijskunde aan de UvA, voor een veschraling van het curriculum. De andere vakken zouden mogelijk gaan lijden onder de extra aandacht voor rekenen en taal. Het onderwijs in de Verenigde Staten en Groot Brittannië liet soortgelijke neveneffecten zien na extra aandacht voor rekenen en taal. Kartsen: "besteed je meer aandacht aan taal, gaat dat ten koste van andere vakken."

Roel Weener, projectleider van de taal- en rekenverbetertrajecten in Nederland, is zich bewust van de risico's van de nieuwe koers. Volgens Weener gaat het om het vinden van een balans. Zo zou er ook meer met taal kunnen worden gedaan in andere vakken als wereldoriëntatie en techniek. Hij geeft wel toe dat er scholen zijn die bewust minder kiezen voor vakken als expressie en handenarbeid ten faveure van reken- en taalonderwijs.

Bron: Trouw