Belasten wij kinderen voor het leven als we ze een etiket of label van een leer- of gedragsstoornis laten opplakken? En hoe moeten we aankijken tegen het verschijnsel dat er tegenwoordig veel meer kinderen dan vroeger een dergelijke diagnose krijgen? Waar moeten we de oorzaak van dit verschijnsel zoeken? Deze vragen stonden centraal in het televisieprogramma Rondom 10 dat de NCRV op 1 mei 2010 uitzond.

Balans had er de nodige informatie voor aangeleverd en werd in het programma vertegenwoordigd door redactiemedewerker Joli Luijckx. Zij stond met haar dochter model voor de ouder en de jongere die de positieve kant van een diagnose benadrukken. Joli: “Het geeft mij handvatten om mijn kinderen goed te kunnen begeleiden.”

Twee leerkrachten uit het basisonderwijs zagen er ook de voordelen van in. Ook voor hen was een diagnose dyslexie of ADHD richting gevend voor hun didactisch handelen.

Zo niet oud-docent en onderwijsontwikkelaar Paul Jansen. Hij maakte zich ernstig zorgen over de toename van het aantal kinderen met een etiket en de te gemakkelijke manier waarmee er volgens hem naar de pillen werd gegrepen.

Marike Stellinga, chef economie van het weekblad Elsevier, sloot zich bij hem aan en waarschuwde ervoor onze jeugd niet op te zadelen met het idee dat er wat aan hen zou mankeren. Daarop werd er terecht opgemerkt dat het etiket ‘het ettertje van de klas’ nu ook niet bepaald een garantie biedt op een positief zelfbeeld.

Balans heeft voorbeelden te over van volwassenen die nog steeds worstelen met de gevolgen van een niet tijdig herkende leer- of gedragsstoornis. Waarom maken veel mensen zich zo’n zorgen over de toename van het aantal kinderen met een diagnose van een leer-of gedragsstoornis en horen we veel minder zorgelijke discussies over de toename van het aantal allergieën of astma, om een paar voorbeelden van toegenomen gezondheidsproblemen te noemen?

Worden er daarom zulke indianenverhalen verteld over de medicatie voor ADHD? Want waar docent Paul Jansen opperde dat onze kinderen er wel eens Alzheimer van zouden kunnen krijgen, kunnen we met hetzelfde gebrek aan bewijs suggereren dat het wel eens kan beschèrmen tegen Alzheimer. Een volstrekt loos argument dus.

Dat de bedoelde medicijnen al decennia lang worden voorgeschreven zónder tot nu toe ernstige lange termijn gevolgen, wordt ook nooit benoemd. Waarmee wij niet willen beweren dat medicijnen altijd de oplossing zijn en zonder goede voorzorgen gegeven kunnen worden. Medicatie vereist altijd zorgvuldige diagnostiek door een specialist en een goede afweging van voor- en nadelen.

De zorgen van Elsevier-medewerker Marike Stellinga komen niet alleen voort uit haar ongerustheid om het zelfbeeld van kinderen met een etiket, maar zijn vooral terug te voeren naar economische motieven. We hebben te veel kinderen op het (dure) speciaal onderwijs en er komen teveel jongeren in de Wajong¹.

Zou dat iets met de kwaliteit van het huidige onderwijs te maken kunnen hebben en zouden ze zonder etiket niet in de Wajong komen? Wij betwijfelen dit. Het grote aantal jongeren met een Wajonguitkering zou ook wel eens veroorzaakt kunnen zijn doordat leerlingen vanwege het 'Weer Samen Naar School'² proces van de laatste 15 jaar, zich onvoldoende konden ontwikkelen, omdat er geen 'onderwijs op maat' voorhanden was. Pas de laatste jaren is er de erkenning dat leraren niet zijn opgeleid om onderwijs te geven aan deze kinderen, en hoognodig bijgeschoold moeten worden.

En onze veranderende maatschappij? Waar zijn nog de banen voor mensen die minder flexibel en sociaal kunnen reageren? De cijfers van econome Stellinga over de vergelijking tussen Nederland en Noorwegen (in Noorwegen zou maar 0,4 procent van de leerlingen een leer-of gedragsprobleem hebben) zijn in strijd met alle internationale publicaties. Of duidt Stellinga op het feit dat in Noorwegen bijna alle kinderen goed opgevangen kunnen worden op de gewone school?

Wij denken dat er anders gekeken moet worden naar het labelen van kinderen. Het is in onze ogen beter de bedoelde diagnoses minder negatief te benaderen en ze slechts te zien als verschillen tussen kinderen die vragen om een eigen aanpak. Wij denken dat we de kinderen juist voor het leven belasten als we ze een diagnose - en de daaruit voortvloeiende gebruiksaanwijzing - onthouden.

Bron: Balans