Normal_studie__studeren__lezen

Onder kinderen van 7 tot 12 jaar met een Nederlandse achtergrond wordt vaker dyslexie gemeld (9 procent) dan onder Nederlandse kinderen met een westerse (7 procent) en niet-westerse achtergrond (2 procent). Dit blijkt Uit een enquête van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dit meldt Trouw.

Volgens een woordvoerder van CBS lijkt dit erop te wijzen dat dyslexie bij allochtone leerlingen grotendeels genegeerd wordt, omdat volgens wetenschappers dyslexie bij alle bevolkingsgroepen in dezelfde mate voorkomt. De redenen voor het minder voorkomen van dyslexie bij allochtone kinderen kunnen divers zijn. Zo kan het zo zijn dat sommige ouders het verschijnsel dyslexie simpelweg niet kennen, denkt het CBS. 
 
De Groningse hoogleraar dyslexie Ben Maassen denkt dat de oorzaak eerder ligt in het feit dat het bij kinderen met een taalachterstand veel moeilijker vast te stellen is of ze dyslectisch zijn. Schooltesten geven hierin ook lang niet altijd uitsluitsel. Het is moeilijk om dyslexie te onderscheiden van lees-  en spellingsmoeilijkheden door taalachterstand. Een bijkomend probleem hierin is dat veel scholen inconsequent zijn in het doorsturen van leerlingen met een vermoeden van dyslexie naar een gespecialiseerd instituut. De ene school stuurt bijna geen leerlingen door, de andere juist wel.
 
Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de zorg voor kinderen met dyslexie. Dit zou er volgens Maassen toe kunnen leiden dat er tussen gemeenten verschillen ontstaan hoe leerlingen geholpen worden. 
 
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids