Logo_primair_onderwijsraad_po-raad_logo

In aanloop naar de bespreking van de Onderwijsbegroting in de Tweede Kamer deze week, heeft de PO-Raad via een brief aan de Kamer aandacht gevraagd voor een aantal zaken die een optimale uitvoering van het Bestuursakkoord nog in de weg staan: gebrekkig internet op scholen, hoge werkloosheidskosten en de positie van achterstandsleerlingen en vluchtelingenkinderen. Dat meldt de PO-Raad.

Voor het primair onderwijs bouwt de begroting van het ministerie van OCW voor 2016 voort op eerder gemaakte afspraken over kwaliteitsverbetering en professionalisering van leraren. De PO-Raad onderschrijft dit beleid en constateerde onlangs dat de sector op koers ligt met de uitvoering van het Bestuursakkoord. Toch signaleert de PO-Raad ook knelpunten waar de Onderwijsbegroting onvoldoende aan beantwoordt.

Een goede digitale infrastructuur is in deze tijd een voorwaarde voor goed onderwijs. De PO-Raad stelt voor om het investeringsfonds dat is afgesproken in het Bestuursakkoord primair onderwijs, in eerste instantie te benutten voor de basisinfrastructuur bij scholen. Het doel is een doorbraak te realiseren, zodat alle scholen zo snel mogelijk, en uiterlijk begin volgend schooljaar, toekomstvast, betaalbaar en snel internet hebben.

Door teruglopende leerlingaantallen moeten scholen nu en de komende jaren veel personeel ontslaan, met torenhoge werkloosheidskosten voor de sector als gevolg. Tegelijkertijd blijkt uit arbeidsmarktramingen dat in 2019 een tekort wordt verwacht van 3.500 leraren, oplopend tot 9.300 leraren in 2025. “Daarom is het nodig dat we nu leraren kunnen blijven binden aan het primair onderwijs”, stelt de PO-Raad.

De PO-Raad pleit al lange tijd voor het herzien van `opleidingsniveau van ouders' als criterium voor het ontvangen van achterstandsmiddelen. De praktijk laat immers zien dat de achterstanden bij kinderen gelijk blijven, ondanks dat het opleidingsniveau van hun ouders stijgt. Tot die tijd vindt de PO-Raad dat het budget voor het onderwijsachterstandenbeleid bevroren moet worden op het niveau van 2015 en niet met 100 miljoen moet worden beperkt, zoals de regering nu van plan is.

Op dit moment wordt specialistisch onderwijs aan nieuwkomers uitsluitend bekostigd gedurende het eerste jaar dat een kind in Nederland is, of wanneer het kind in een asielzoekerscentrum verblijft. Veel vluchtelingenkinderen hebben hun achterstanden echter niet in een jaar tijd ingelopen. Daarom pleit de PO-Raad voor meer middelen om maatwerk te kunnen bieden aan deze doelgroep.

© Nationale Onderwijsgids