Normal_wiskunde_formule_schoolbord_leerling

Bij sommige mensen breekt het zweet uit alleen al bij de gedachte aan wiskundesommen. Amerikaanse wetenschappers hebben nu ontdekt dat onzekerheid over wiskundige prestaties voor een groot deel vanuit genetische aanleg verklaard kan worden. Dit meldt Nu.nl.

Ernstige onzekerheid bij wiskunde is voor ongeveer veertig procent aan de genen te wijten, zeggen de onderzoekers van Ohio State University. De genetische aanleg zorgt ervoor dat mensen slechter presteren bij het maken van wiskundige opgaven waardoor ze onzeker worden. Ook genen die een rol spelen bij het ontwikkelen van angststoornissen, spelen een rol bij de vrees voor wiskunde.

De onderzoekers volgden ruim 250 tweelingen vanaf hun kleutertijd tot aan hun tienertijd. Hun wiskundige prestaties werden bijgehouden en met psychologische testen werd bepaald hoe gevoelig de proefpersonen waren voor het ontwikkelen van angsten. Met genetisch onderzoek keken de wetenschappers of er een verband bestond tussen de genen en eventuele wiskundige onzekerheid.

De onderzoekers benadrukken dat naast genetische aanleg wiskundeangst nog altijd voor het merendeel door de omgeving wordt veroorzaakt. Dat betekent dat er wat aan te doen is. “We moeten kinderen op scholen helpen om met deze angstimpuls om te gaan, zodat onzekerheid hun wiskundeprestaties niet in de weg staat,” aldus de wetenschappers.

© Nationale Onderwijsgids