Normal_7546

HARARE (Novum/AP) - Gedwongen massale uitzettingen hebben er zes jaar geleden in Zimbabwe voor gezorgd dat duizenden ontheemde kinderen geen toegang tot onderwijs kregen en gedwongen werden op jonge leeftijd te werken. Dat heeft de mensenrechtenorganisatie Amnesty International woensdag gezegd.

De toenmalige regering zei dat de uitzetting van zevenhonderdduizend mensen uit hun huizen en marktkramen in stedelijke gebieden nodig was om de sloppenwijken schoon te vegen. De operatie heette Murambatsvina, wat letterlijk 'ruim de rotzooi op' betekent.

Volgens Amnesty werden verwoeste scholen echter niet hersteld en was er geen adequaat onderwijs voor de kinderen. Veel ouders verloren hun inkomsten en konden niet langer schoolgeld betalen. Dat 'was een verwoestende klap voor de levens en dromen van duizenden kinderen'. Kinderen moesten geld verdienen en veel meisjes kwamen in de seksindustrie terecht, aldus Amnesty.

Volgens critici waren de uitzettingen politiek gemotiveerd om zo de stedelijke oppositie tegen president Robert Mugabe ten tijde van de verkiezingen van 2005 in de kiem te smoren. In de stedelijke gebieden woonden veel aanhangers van Morgan Tsvangirai's Beweging voor Democratische Verandering. Mugabe's ZANU-PF won de verkiezingen, die Tsvangirai een farce noemde.

Veel van de mensen die uit hun huizen zijn gezet en aan wie land en een nieuwe woning waren toegezegd, wonen nog altijd in armzalige hutjes zonder gas, water en licht, gezondheidszorg, wegen en openbaar vervoer. Volgens Amnesty hadden de mensen in de verwoeste sloppenwijken wel toegang tot scholen en klinieken en zijn de gezinnen nu veel slechter af dan eerst.

"Het is vreselijk dat een regering ermee weg kan komen het leven van de armste en kwetsbaarste mensen moeilijker te maken", zei Michelle Kagari, Amnesty's vervangend directeur voor Afrika woensdag.