Normal_6498

Bij kinderen in groep 3 en 4 hangt de ontwikkeling van het werkgeheugen sterk samen met de ontwikkeling van hun rekenvaardigheid. Kinderen met een sterk werkgeheugen kiezen slimmere rekenstrategieën en maken bovendien minder rekenfouten.

Dat concludeert Sanne van der Ven in haar proefschrift waarop zij 7 juli is gepromoveerd aan de Universiteit Utrecht.

In het dagelijkse, drukke leven moet je vaak kort dingen onthouden terwijl je ook bezig bent met andere dingen. Je moet bijvoorbeeld even een telefoonnummer onthouden terwijl je aan het bedenken bent wat je tegen die persoon wilt zeggen. Dit kort vasthouden van informatie terwijl je ook druk bezig bent met andere dingen wordt ook wel het werkgeheugen genoemd.

Het onderzoek van Van der Ven laat zien dat het werkgeheugen een heel belangrijke rol speelt bij het leren rekenen. Kinderen met een goed werkgeheugen maken minder rekenfouten en zijn in staat slimmere rekenstrategieën te gebruiken. Zij ontwikkelen zich dan ook sneller op rekengebied dan kinderen die een minder goed werkgeheugen hebben. Andere vaardigheden waarvan ook gedacht werd dat ze belangrijk zijn om goed te kunnen rekenen, zoals het kunnen onderdrukken van impulsen en het vlot kunnen wisselen tussen taken, bleken in dit onderzoek juist veel minder van belang.