Normal_6235

Minister Van Bijsterveldt wil afspraken maken met de sector primair onderwijs over de ambities en de prioriteiten voor de komende jaren. De minister deed deze uitspraak tijdens de Algemene Ledenvergadering van de PO-Raad , de sectororganisatie voor het primair onderwijs.

De minister betrekt hierbij de punten uit haar beleidsagenda Basis voor Presteren, maar geeft ook ruimte aan de agenda van de sector. Het bestuur van de PO-Raad gaat namens de leden van de vereniging het gesprek aan om te komen tot meerjarige afspraken.

De minister was naar Driebergen gekomen om in gesprek te gaan met schoolbestuurders over het primair onderwijs. Tijdens de bijeenkomst toonde de minister waardering voor het werk en de inzet van de schoolbestuurders en de scholen in de sector. Ze benadrukte dat de sector primair onderwijs het verste is met opbrengstgericht werken.

Op de bestuurdersstoel
De minister had ook begrip voor de lastige positie waarin schoolbesturen zich bevinden na de opeenstapeling van bezuinigingen, maar zij wees er op dat hier nieuwe investeringen tegenover staan. De aanwezige schoolbestuurders maakten duidelijk dat ze niet blij zijn met deze keuze. De minister zei verder dat de eensgezindheid die de sector de afgelopen maanden onder aanvoering van de PO-Raad had getoond, er mede toe heeft bijgedragen dat ze de bezuinigingen op Passend onderwijs heeft getemporiseerd.

De leden van de PO-Raad brachten een aantal maal het onderwerp ‘vertrouwen' ter tafel. Volgens de bestuurders zou de minister zich moeten beperken tot het stellen wat er bereikt moet worden en niet hoe dat bereikt moet worden. De minister gaat met haar concrete invulling van het beleid te vaak op de stoel van de bestuurders zitten, zo is de algemene mening. Dit is in lijn met hoe de PO-Raad al had gereageerd op de actieplannen die de minister en de staatssecretaris onlangs presenteerden.

Zwakke scholen
De schoolbestuurders stelden dat de minister de spelregels en te behalen doelen voor langere termijn moet vaststellen en niet (bijna) ieder jaar de normen kan aanpassen en ophogen. Dat geeft rust in het veld en biedt tegelijkertijd de mogelijkheid aan het onderwijsveld om te laten zien dat ze wel degelijk resultaten boekt.

Als voorbeeld werd genoemd het percentage zwakke scholen. Gerelateerd aan de normen van 2006 zouden er momenteel minder zwakke scholen zijn. Maar inmiddels is de norm gewijzigd. De minister gaf aan zich niet in dit beeld te herkennen.

Decentralisatie
De minster gaf aan blij te zijn dat de PO-Raad er is, ook al zijn zij en de PO-Raad het lang niet altijd met elkaar eens, zeker als het gaat over de bezuinigingen en de mate van beleidsvrijheid die de minister het veld geeft. De minister beschouwt de PO-Raad als serieuze gesprekspartner.

Ze liet doorschemeren dat wat haar betreft de vertegenwoordiging van het veld voldoende gewaarborgd is en de CAO-onderhandelingen voor de primaire arbeidsvoorwaarden binnen afzienbare termijn gedecentraliseerd kunnen worden.