Normal_4521

Het basisonderwijs heeft heel wat meer te doen dan in 1998. Bovendien zijn de lerarensalarissen fors gestegen en de klassen verkleind. Dat zijn drie punten uit de reactie van algemeen directeur Herbert de Bruijne van de bij VOS/ABB aangesloten stichting Openbaar Onderwijs aan de Amstel en onderwijsadviseur Pieter Hettema op een kritische column van macro-econoom Frank Kalshoven.

Kalshoven schreef in de Volkskrant dat de basisscholen kennelijk niet kunnen rekenen en niet zo moeten zeuren over de bezuinigingen, omdat ze hun budget sinds 1998 alleen maar hebben zien stijgen. Op papier gaat het volgens hem om een stijging met 90 procent, wat volgens hem -na herstel van een door hemzelf gemaakte rekenfout- neerkomt op 52 procent meer koopkracht.

Verder kijken
De Bruijne en Hettema kijken in hun reactie verder dan de platte rekenkritiek van Kalshoven. Ten eerste relativeren zij de kosten voor bestuur en management. Die kosten liggen in het basisonderwijs, volgens cijfers van bureau ITS, op slechts 4,3 procent bij kleine en 2,7 procent bij grote schoolbesturen. 'Daar kan geen enkele andere sector aan tippen', aldus De Bruijne en Hettema.

Zij stellen vervolgens de budgetstijging van 90 procent in een kader, wat Kalshoven in zijn column verzuimde te doen. De stijging gaat volgens hen voor een groot gedeelte gelijk op met die van de binnenlandse productie. De stijging die zij bij het basisonderwijs signaleren is er één van 1,6 naar 1,9 procent van het bruto binnenlands product. Ze noemen dat 'voorwaar geen revolutie'.

Duurdere leraren
De stijging is voor het grootste deel te relateren aan de gestegen lerarensalarissen, waar schoolleidiers aan vastzitten. Bovendien is er in 2000 extra geld toegekend om de klassen te verkleinen, waarmee een bezuiniging van 10 jaar daarvoor werd teruggedraaid.

'Om de klachten van scholen echt te kunnen begrijpen, moet je je verdiepen in de inhoud', aldus De Bruijne en Hettema. 'Anders dan de rekenkundige meetlat van een macro-econoom tellen in het onderwijs meer zaken dan ratio's en budgetten'.

Daarbij noemen ze ook passend onderwijs, waar volgens hen niet op moet worden bezuinigd maar dat juist extra investeringen vereist.