Op WK's is de nationaliteit van de voetballers regelmatig voer voor discussie

De nationaliteit van spelers op het WK voetbal is regelmatig onderwerp van discussie, zo blijkt uit onderzoek van promovendus Gijs van Campenhout van Erasmus School of History, Culture & Communication. Zijn historisch onderzoek laat zien dat het geen nieuw fenomeen is dat landen worden vertegenwoordigd door spelers met een andere nationaliteit. Wel neemt de zichtbaarheid en het aandeel spelers met een migratieachtergrond toe. Dat meldt de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Na de traumatische aanslagen op Charlie Hebdo in 2015 gunden velen Frankrijk de eindzege op het EK 2016. Het mocht niet zo zijn, want ondanks een geblesseerde Ronaldo verloor gastland Frankrijk de finale van Portugal (0-1). Des te groter was de feestvreugde toen het in 2018 wel lukte om het WK te winnen. Toch ontstond er al snel discussie over de samenstelling van het team. ‘Afrika won het WK’, grapte Trevor Noah in de Daily Show. Een sneer die een gevoelige snaar bleek te raken en die als racistisch werd gezien. Toch kon zijn opmerking ook op bijval rekenen, want sommige Fransen voelden zich niet gerepresenteerd door het team waarvan veel spelers Afrikaanse roots hebben. Anderen zagen het diverse elftal als de belichaming van een geslaagde multiculturele samenleving.  

Diversiteit van de spelers 

Volgens promovendus Gijs van Campenhout is het geen nieuwe ontwikkeling dat spelers die in het buitenland zijn geboren, of die een migratieachtergrond hebben, deel uitmaken van een nationaal elftal. Van Campenhout onderzocht de diversiteit van de spelers binnen de deelnemende ploegen aan alle WK’s; van 1930 tot en met 2018. “Ik ben alle selecties gaan uitpluizen met de vraag: wie zijn het, waar zijn ze geboren en wat is de herkomst van hun ouders en grootouders? Dan blijkt dat dit fenomeen van alle tijden is. Landen willen zo goed mogelijk presteren en zoeken spelers uit op hun unieke talent. Wel zie je in de laatste decennia een verdere toename in het aantal in het buitenland geboren spelers. Daarin spelen globaliseringsprocessen een rol”, stelt van Campenhout. 

Migratiegeschiedenis 

De FIFA stelt als eis dat een voetballer de nationaliteit heeft van het land waarvoor hij uitkomt. Dat kan omdat hij geboren is in het land, één of beide ouders de nationaliteit bezit, of omdat hij op latere leeftijd de nationaliteit heeft verkregen. Een speler mag gedurende zijn loopbaan maar voor één land uitkomen in officiële internationale wedstrijden. “Op het WK van 2018 was zo’n tien procent van de spelers in een ander land geboren dan het land dat ze vertegenwoordigden. Je ziet dat landen met een koloniaal verleden, zoals Nederland, Engeland en Frankrijk, vaker worden vertegenwoordigd door in het buitenland geboren voetballers en spelers met een migratieachtergrond. Ook andere historische migratiestromen, zoals de gastarbeiders, zie je in de cijfers terug. In feite is de diversiteit binnen een nationaal team een afspiegeling van de migratiegeschiedenis van het land.”

Discussie 

Een speler met een dubbele nationaliteit kan zelf beslissen voor welk land hij wil uitkomen en die keuze is regelmatig onderwerp van discussie. Denk aan Hakim Ziyech, die door een blessure in 2015 uit zicht raakte voor de Nederlandse selectie, waarna hij besloot voor Marokko uit te komen. Overigens is hij onlangs gestopt als Marokkaans international na aanvaringen met de coach en waarschijnlijk betekent dit het einde van zijn interlandcarrière. In Duitsland raakte Mesut Özil in opspraak nadat hij voorafgaand aan het WK in 2018 op de foto was gegaan met de Turkse president Erdogan. Van Campenhout: “Het toernooi verliep dramatisch voor Duitsland dat al in de groepsfase werd uitgeschakeld. Özilwerd in de media tot zondebok gebombardeerd en na alle commotie besloot hij te stoppen.” 

Özil richtte zich in een emotionele brief tot de Duitse voetbalbond en gaf aan zich gediscrimineerd te voelen. Hij schreef: ‘Ik ben een Duitser wanneer we winnen, maar een immigrant wanneer we verliezen.’ Volgens de promovendus legt dit de vinger precies op de zere plek en wordt de duale nationaliteit van spelers in crisissituaties vaker onderwerp van discussie. “Uitsluitingsmechanismen en nationalistische gevoelens zijn sluimerend aanwezig in het voetbal en komen vooral bij tegenslag naar boven. Het lijkt dan alsof een deel van het publiek zich niet meer met die spelers wil identificeren. Dat zag je ook in Engeland toen tijdens de finale van het EK in 2020 drie spelers met een migratieachtergrond en een donkere huidskleur een penalty misten in de strafschoppenserie. Zij kregen de nodige racistische bagger over zich heen.” 

Momentopname van demografische diversiteit 

De promovendus constateert dat spelers met een afwijkende culturele achtergrond, bijvoorbeeld wanneer zij een andere etniciteit hebben of een bepaalde religie aanhangen, vaker onderwerp van discussie zijn, ook derde of zelfs vierde generatie immigranten. Dit soort patronen zijn voor hem waardevol om te onderzoeken: “Sport is voor mij een soort vergrootglas voor sociale processen in de samenleving. De teams op een WK voetbal bieden een momentopname van de demografische diversiteit van een land en tegelijk van de houding van de media en het publiek ten opzichte van de diversiteit van het team. Ontwikkelingen in migratie, burgerschap en nationale verbondenheid zijn hier meer zichtbaar dan in veel andere domeinen van de samenleving. Dat maakt internationale sport juist zo geschikt om nationalisme en nationale identiteit te onderzoeken.” 

WK Qatar 

Het WK van Qatar zal eind 2022 afgetrapt worden en is bij voorbaat omstreden. De selecties van de deelnemende landen zijn nog niet bekend, maar Van Campenhout sluit enige controverse omtrent het elftal van Qatar niet uit: "Het land heeft nauwelijks een voetbalhistorie en Qatar is een land van immigranten. Er wonen veel spelers met Afrikaanse roots, die zijn in Qatar geboren of ze zijn met hun ouders gevlucht naar het land. Zij hebben allen een Qatarees paspoort, maar toch heerst het beeld in de Westerse media dat het land het team vol heeft gestopt met jonge talentvolle Afrikaanse voetballers. Maar hoe kunnen we daar kritiek op hebben als verschillende Europese nationale teams hun selectie versterken met spelers uit heel de wereld?"

Op 25 maart 2022 verdedigt Gijs van Campenhout zijn proefschrift ‘A Team of National Representatives? A history of the football World Cup, c. 1930-2018’.

Door: Nationale Onderwijsgids