Normal_muis_rat_dierproef_laboratorium_wetenschap_onderzoek

Nederland moet in 2025 wereldwijd koploper zijn met innovatieve onderzoeksmethoden zonder dierproeven. Dat zei staatssecretaris Van Dam vandaag bij het in ontvangst nemen van het rapport ‘Transitie naar proefdiervrij onderzoek’ in Nieuwspoort. In het rapport staat een roadmap voor het stapsgewijs vervangen van dierproeven door innovatief onderzoek zonder dieren. Het rapport dat in opdracht van de staatssecretaris is opgesteld door het Nationaal Comité advies dierproevenbeleid (NCad), is vandaag naar de Tweede Kamer gestuurd. Dat meldt Rijksoverheid.

In het rapport beschrijft het NCad het transitieproces naar innovatief, proefdiervrij werken. Die transitie gebeurt samen met de kennisinstellingen en het bedrijfsleven. Het gaat bijvoorbeeld om de wettelijk voorgeschreven veiligheidsonderzoeken bij chemische stoffen, allergietesten bij nieuwe producten, voedselingrediënten, bestrijdingsmiddelen, en vaccins. In 2025 moet het volgens het NCad mogelijk zijn om deze onderzoeken zonder dieren te doen. Ook in andere wetenschapsdomeinen ziet het NCad kansen om het aantal dierproeven stapsgewijs te vervangen door nieuwe technieken.

Van Dam vraagt het RIVM voor de wettelijk verplichte veiligheidstesten samen met andere instituten een Agenda Proefdiervrije Innovatie op te stellen, met concrete stappen om dierproeven te vervangen door diervrije alternatieven. De bewindspersoon vraag het NCad datzelfde te doen voor andere domeinen, en aan te sluiten bij de Nationale Wetenschapsagenda.

Er zijn al veel innovatieve onderzoeksmethoden ontwikkeld die onze gezondheid verbeteren, zonder dieren te gebruiken. Bijvoorbeeld het gebruik van de menselijke kunsthuid bij allergietesten van het RIVM, die bij veel nieuwe producten verplicht zijn. Of een computermodel van het menselijk hart waarmee de werking van medicijnen kan worden onderzocht.

Naast het rapport van het NCad heeft Van Dam ook de jaarrapportage van de NVWA over de uitgevoerde dierproeven naar de Tweede Kamer gestuurd. In 2015 zijn 14,9 procent minder dierproeven uitgevoerd dan in 2014. Er zijn minder dierproeven geregistreerd met muizen, runderen, varkens, kippen en huishoenders en katten. Er zijn 22,9 procent minder dieren gedood die geen onderdeel waren van onderzoek, maar bijvoorbeeld betrokken waren in een fokprogramma.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids