Logo_rug400

Toepassing van het in Finland ontwikkelde anti-pestprogramma KiVa vermindert pestklachten in Nederland met meer dan vijftig procent. Dat blijkt uit de eerste resultaten van de evaluatie die onder leiding van RUG-socioloog René Veenstra werd gehouden bij tienduizend leerlingen afkomstig van 99 scholen. Veenstra zal vandaag tijdens zijn oratie nader ingaan op het onderzoek.

De kern van de Finse aanpak is gericht op bewustwording in de hele klas en niet alleen bij dader of slachtoffer. Concreet lesmateriaal zet leerlingen aan tot nadenken over pesten en wat het betekent voor degene die gepest wordt. Het onderzoek van Veenstra naar de KiVa-methode sluit aan bij nieuw anti-pestbeleid dat onlangs door staatssecretaris Dekker in samenspraak met de Kinderombudsman is opgezet.

Onderzoek op 99 scholen
De onderzoeksgroep van Veenstra kreeg in 2010 een miljoen euro subsidie om de Finse KiVa-methode te testen in het Nederlandse onderwijs. Na anderhalf jaar voorbereidingstijd - ‘mensen onderschatten vaak hoe ongelooflijk ingewikkeld het is om dit soort interventies op deze schaal op te zetten’ - startte het experiment met 66 ‘KiVa-scholen’ en 33 scholen in een controlegroep.

Bewezen effectief
Bij de KiVa-scholen daalde het percentage kinderen dat zegt maandelijks of vaker gepest te worden van 29% in voorjaar 2012 naar 13,5% precies een jaar later. Op de scholen in de controlegroep daalde het percentage eveneens, maar beduidend minder sterk. De daling is het sterkst bij de meest schrijnende slachtoffers. De groep die dagelijks werd gepest nam met twee derde af.

Veenstra concludeert op basis van deze resultaten dat KiVa ook in Nederland werkt. ‘Op KiVa-scholen zijn leerlingen veel positiever geworden over hun leraren. Ze werden gevraagd om een cijfer te geven voor de aandacht die leerkrachten geven aan pesten: dat cijfer steeg in een jaar van een 5,6 naar een 7,2. Ook vinden de leerlingen de houding en de daadkracht van KiVa-leerkrachten verbeterd. Dat pesten ook afneemt in de controlegroep komt doordat er het afgelopen schooljaar in de samenleving erg veel aandacht is geweest voor pesten.’

Niet achterover leunen
Het onderzoek is belangrijk voor het actieplan dat staatssecretaris Dekker en Kinderombudsman Dullaert eerder dit jaar opstelden. Wat Veenstra betreft kan de KiVa-methode opengesteld worden voor meer scholen. Wel blijft er alle aanleiding voor verder onderzoek. Onder meer om de methode te verbeteren, maar ook om uit te zoeken waarom deze aanpak in sommige klassen of bij sommige kinderen niet aanslaat.

‘Deze eerste resultaten zijn natuurlijk een mooi begin, maar er is meer nodig’, vindt Veenstra. ‘Als 13,5% van de onderzochte kinderen zegt nog steeds maandelijks of vaker gepest te worden, kun je niet achterover gaan leunen. Met alle gegevens die we voor deze evaluatie hebben verzameld, kunnen we de komende jaren uitzoeken wanneer KiVa het beste werkt, zodat het pesten nog meer wordt voorkomen.’