Shirley Brandeis vroeg me of ik op de Visserschool in De Baarsjes in Amsterdam iets wilde vertellen over mijn moeder in de oorlog. Mijn moeder Greet Dresden en haar zuster Annie woonden met hun moeder op de Ten Katemarkt vlak bij de school. Het project heet ‘Oorlog in mijn buurt’. Kinderen interviewen mensen uit de buurt van de school die de oorlog hebben meegemaakt. Ik was een uitzondering op de regel want ik werd tien jaar na de oorlog geboren, tot mijn grote geluk. Wij zijn van een generatie en in een hoek van de wereld geboren waar voldoende eten is, vrede heerst en we alles mogen zeggen wat we denken. Ze vroeg me omdat ik stukjes over mijn moeder in de oorlog schrijf en ik wilde het heel graag doen. De bedoeling was dat ik het verhaal aan drie leerlingen vertelde die het later presenteren voor een grote groep medescholieren, ouders, leraren, ouderen die de oorlog hebben meegemaakt en belangstellenden. Wat ontzettend spannend voor de leerlingen van zo’n tien jaar. Denk dat ik het vroeger niet aan had gekund van de zenuwen.

Voor het interview was ik bang dat het verhaal te eng voor ze zou zijn en ik wilde ze geen trauma bezorgen. Shirley verzekerde me dat ze al een hoop wisten, dat het bij geschiedenis hoort en dat ze zoveel informatie binnenkrijgen van deze tijd. Toen realiseerde ik me dat ik het verhaal ook had gehoord toen ik zo oud was en dat ik de engste sprookjes en mythologieën las.

Ze werden heel goed begeleid en kregen zelfs regie van echte regisseurs. Een historicus kwam vertellen over de oorlog in hun buurt, Shirley gaf ze les in interviewen en een expert gaf een les over de NSB. Ben onder de indruk van zo’n goede voorbereiding en dat was te merken ook, ze stelden hele goede vragen en waren oprecht geïnteresseerd. Een jongen uit een Syrisch gezin, een Marokkaans en een Surinaams meisje. Ze wisten van de Hollandsche Schouwburg, Westerbork en Sobibor en nog veel meer.

Ik vertelde over hoe mijn moeder en mijn tante Annie al heel jong in de oorlog moesten werken. Ze liepen elke dag in de hongerwinter op slechte schoenen van de Ten Katemarkt naar de Koninginneweg om op een naaiatelier te werken. Geen eten in hun maag en ze maakten lange uren. Tijdens de lunch at iedereen een paar boterhammen en zij moesten toekijken. Tot mijn moeder flauw viel van de honger. Daarna besloot de baas dat ze elke dag ook een boterham kregen.

Over de dag dat mijn moeder houtblokjes uit de tramrails in de Kinkerstraat haalde met een stel kinderen. Ze werden gesnapt door twee Duitsers. De éne ging achter de andere kinderen aan en de ander greep mijn moeder. Hij zei: “Ga snel naar huis, ik heb ook kinderen…” Ze zei altijd: “Er waren ook goeie Duitsers want één heeft mijn leven gered.”

Over mijn tante Engeltje die ‘gek’ uit de oorlog kwam en als énige zuster van alle broers en zusters over was gebleven. Haar ouders, broers, zusters, neefjes, nichtjes overleefden het niet. Ze kon het niet aan en zwierf soms scheldend door Amsterdam. Na haar dood vond ik een schriftje met gedichten. Ze schreef over mijn opa: “Sem, duizend maal excuses dat ik je minachtte om je voddenkar, een voddenkar redde mij uit Westerbork.” Nog kan ik die zinnen niet zonder tranen uitspreken.

Over mijn tante Annie die op bezoek ging bij haar vader (haar ouders waren gescheiden en haar vader trouwde met een Joodse vrouw die al een kindje had en samen kregen ze er nog één, Sara). Ze vond de ramen ingeslagen en de buren zeiden: “Ze zijn naar de Hollandsche Schouwburg gebracht”. Ze rende er naar toe en zag een vrachtwagen worden uitgeladen. Een Duitser dreigde haar: “Wegwezen…” en ze zette het op een lopen. Ze heeft haar vader en zijn nieuwe familie nooit meer gezien. Ze vertelde het verhaal pas zo’n acht jaar geleden op haar sterfbed. Hun halfzusje Sara is gered uit de Joodsche crèche aan de overkant van de Hollandsche Schouwburg. Zij overleefde en kwam bij katholieke mensen terecht. Na de oorlog zaten mijn oma, tante en moeder bij de radio en hoorden opeens hun naam noemen en dat hun zusje Sara Dresden nog leefde. Die mensen wilden niet dat Sara wist dat ze Joods was en noemden haar Maria. Ze vond haar zusters zelf toen ze op haar zestiende er achter kwam wie ze werkelijk was. Wij noemen haar nu Sara/Maria. Ze is de enige van de drie zusters die nog leeft. Greet en Annie zijn acht jaar geleden een dag na elkaar gestorven.

Ik vertelde dat mijn moeder zei dat ze de Duitsers had vergeven en dat de vergeving haar hart zachter maakte. Dat hebben ze goed onthouden. ‘Vergeven maakt ons hart zacht’.

Tijdens de grote presentatie in de school vertelden Steven, Asli en Chenoa heel rustig en zo duidelijk het verhaal van tante Engeltje en tante Annie. Die hadden de meeste indruk gemaakt op ze. De jongen vertelde dat hij ontroerd was toen ik tranen in mijn ogen kreeg bij het gedeelte van het gedicht van tante Engeltje.

Ook de andere geïnterviewden waren ontroerd door de manier waarop de kinderen hun verhaal verder vertelden. Eén had spelletjes meegenomen uit de oorlog die haar broer zelf had gemaakt. Want speelgoed was er niet en er werd wel gespeeld.

De kinderen worden nu in deze tijd geconfronteerd met wat er nu in de wereld speelt. Nooit meer oorlog blijkt een holle frase omdat er nog steeds op veel plekken oorlog is, onrechtvaardigheid en wreedheid. Er zijn nu weer afschuwelijke kampen waar asielzoekers lijden.

Om de verbinding naar het heden te maken gaf ik ze alle drie het boekje van Mohamed El Bachiri: ‘Jihad van Liefde’ en las een deel van een gedicht voor. Mohamed verloor zijn vrouw bij de aanslag op de Metro van Brussel. Zijn boek zou de hele wereld moeten lezen.

Shirley bedankt voor deze prachtige ervaring met de kinderen. Ben er zeer dankbaar voor. De website Oorlog in mijn buurt staat vol verhalen van overlevenden uit de Amsterdamse buurten.

 

Deel van het gedicht van Mohamed El Bachiri. Hij verloor zijn vrouw bij de aanslag op de metro van Brussel:

Liefde

Liefde is wat me drijft, me laat leven en overleven. 

Liefde, de basis, de sokkel waarop ieder geloof moet rusten.

Liefde, de bron waar ieder mens uit moet kunnen putten.

Liefde, het begin van elke bloei. Liefde het schuiloord voor wie in zijn tranen verstikt.

Liefde de omhelzing voor een onbekende ziel.

 

Liefde kan niet leiden tot haat, want vreugde leidt nooit tot pijn.

Liefde kent alleen genade en vergeving.

Liefde oordeelt niet, liefde is onschuldig.

Liefde kun je uitdrukken en voelen.

Liefde is niets dan delen en aanvaarden.

Liefde kan intiem zijn en toch overal.

Als jij Liefde bent, heb ik dezelfde godsdienst.
 

© Nationale Onderwijsgids / Marja Ruijterman