Bibliotheek op school op CBS De Tol in Zuidlaren

Bijna elke week opent ergens in Nederland een nieuwe 'de Bibliotheek op school' haar deuren. Met dit initiatief brengt de bibliotheek niet alleen boeken maar ook lees- en media-adviezen de klassen in. Leerlingen, ouders, leerkrachten, bibliotheken en gemeenten omarmen het programma enthousiast. Het geheime ingrediënt? Plezier! Landelijk coördinator Adriaan Langendonk, projectmanager Gerard Meijer en basisschooldirecteur Tineke Dolfing vertelden aan de Nationale Onderwijsgids waarom leesplezier zo belangrijk is en wat de aanpak zo bijzonder succesvol maakt.

“Laatst heeft een van onze leerlingen uit groep 7, een jongen met dyslexie, zijn eerste boek uitgelezen. Hij houdt niet van lezen en vindt het moeilijk, dus dat zegt een heleboel”, vertelt directeur Tineke Dolfing van CBS De Tol in Zuidlaren. Sinds januari is De Tol de eerste school in de Drentse gemeente Tynaarlo die meedoet met het leesbevorderingsnetwerk de Bibliotheek op school. Dolfing werd in 2011 directeur van de school met 245 leerlingen. Samen met de intern begeleidster kwam zij erachter dat het leesonderwijs op De Tol wel wat meer aandacht verdient: “Onze school staat in een gebied met relatief veel hoogopgeleide ouders en de leerresultaten van de kinderen liggen over het algemeen boven de norm. Maar toen we kritisch gingen kijken, zagen we dat we er waarschijnlijk wel meer uit kunnen halen en vooral op leesgebied.” Dolfing begon met het aanpakken van de onderwijsactiviteiten met nieuwe methoden en meer instructie voor voortgezet lezen en tutorlezen. Deze inspanningen leverden resultaat op, maar toch miste er iets in deze aanpak: “Je leert het beste lezen als je het echt leuk vindt. En lezen wordt leuk door kinderen mooie boeken aan te bieden, op hun niveau en binnen hun interesse. Dus toen het idee van de Bibliotheek op school aan ons werd gepresenteerd hebben wij daar heel enthousiast op gereageerd!”, lacht ze.

Lezen is leuk
De Bibliotheek op school is een landelijke structurele aanpak waarin scholen, bibliotheken en gemeenten samenwerken om de taalvaardigheid van kinderen te verbeteren. Bij de start is het belangrijk dat deze drie partijen op strategisch niveau de handen ineenslaan, legt Adriaan Langendonk uit. Op deze manier wordt de samenwerking voor langere tijd verankerd in het beleid van de partners. Het doel is om kinderen meer aan het lezen te krijgen waardoor hun taalniveau onbewust groeit. Onderzoek toont namelijk aan dat lezen niet alleen de taalvaardigheid bevordert, maar ook de schoolprestaties en de intelligentie ten goede komt. Om het lezen te stimuleren staat het plezier in lezen nadrukkelijk centraal.

“Leesplezier is de motor achter leren lezen en de ontwikkeling van taal”, zegt ook  projectmanager Gerard Meijer. Hij is namens de bibliotheken actief in het landelijke team de Bibliotheek op school. “Een kind dat een kwartier per dag vrij leest, leert duizend nieuwe woorden per jaar, meer dan ze leren op school. Maar op school gaat de meeste aandacht naar technisch en begrijpend lezen. Begrijpelijk, want basisscholen moeten aan bepaalde onderwijsdoelstellingen voldoen. Bovendien is voor het stimuleren van belevend lezen expertise nodig, die niet elke school zomaar in huis heeft. Dan komt de bibliotheek om de hoek kijken. Die is gespecialiseerd in leesbeleving. Dankzij deze aanpak brengt de bibliotheek niet alleen de fysieke dienstverlening, en de collectie, maar ook haar kennis nu naar de school toe.”

Jong geleerd is oud gedaan
Het Nederlandse taal- en rekenniveau raakt internationaal gezien steeds verder achterop. Dat was voor het ministerie van Onderwijs en Cultuur zes jaar geleden de reden om het overkoepelende stimuleringsprogramma Kunst van Lezen op te zetten. Landelijk coördinator Adriaan Langendonk kreeg de opdracht om binnen dat programma verschillende leesbevorderingsprojecten op te zetten. De Bibliotheek op school is een van de onderdelen die daaruit zijn voortgekomen. “Het bijzondere aan het gehele programma is dat we inzetten op een doorgaande leeslijn, van 0 tot 18 jaar”, vertelt Langendonk. “Als je op zeer jonge leeftijd in aanraking komt met boeken en bijvoorbeeld wordt voorgelezen, is de kans groter dat je later ook zelf zal blijven lezen. Zo is BoekStart bedoeld voor baby's vanaf drie maanden. We hebben wetenschappelijk bewijs dat het programma de kinderen slimmer maakt.”

De Bibliotheek op school is voor kinderen van de basisschool en straks ook de middelbare school. “We begonnen het programma om taalachterstanden weg te werken. Aan de pilot werkten ongeveer dertig zogenoemde achterstandsscholen mee in vier grotere steden en op het platteland. Uit onderzoek onder scholen met veel taalachterstandskinderen kwam steevast naar voren dat het boekenaanbod ronduit slecht was; oude boeken, kapotte boeken, slechte boekenkasten. Die middelen moeten op orde zijn want leesomgeving en sfeer blijken zeer belangrijk voor kinderen. Na 2010 zijn we het programma ruimer op gaan zetten. Niet alleen zwakke scholen, maar alle scholen die ervoor openstaan kunnen meedoen, maar wel via de plaatselijke bibliotheek die in overleg met gemeente en onderwijs afspraken maakt hoe de aanpak lokaal wordt uitgevoerd”, vertelt Langendonk.

Lezen is maatwerk
Zoals basisschool De Tol uit Zuidlaren dus. “Voor ons is de Bibliotheek op school een mooie kans om het lezen aan te pakken vanuit de motivatie van de kinderen in plaats vanuit opgelegde instructie”, vertelt Dolfing. “Als school willen wij de kinderen graag uitdagend onderwijs bieden en hen nieuwsgierig maken. Dat is volgens ons de basis om goed te kunnen leren. Dankzij de Bibliotheek op school hebben we nu een mooie boekenkast in de centrale ruimte van de school. Zodra de leerlingen erlangs lopen krijgen ze zin om een boek uit te kiezen en erin te gaan bladeren. Lezen gaat dan zoveel makkelijker dan wanneer ze allemaal hetzelfde boek onder hun neus geschoven krijgen. Ook laten we de kinderen op een laagdrempelige manier de boeken aan elkaar presenteren. Ze vertellen welk boek ze hebben gelezen en wat ze ervan vonden. Zo motiveren ze elkaar. Onze bibliotheek is nu drie keer in de week open, maar de leerlingen willen er wel elke dag heen!”

De Bibliotheek op school is meer dan alleen een kast met mooie boeken in de school. Medewerkers van de bibliotheek, zogeheten leesconsulenten, werken intensief samen met de schoolteams. De leesconsulenten ondersteunen de leerkrachten met instructies en coaching en geven voorbeeldlessen. Samen met het team werken zij bovendien het leesmediaplan uit. “Het idee is prachtig”, zegt Dolfing, “het is geen kant en klaar product maar de bibliotheekmedewerker kijkt waar wij behoefte aan hebben. Zo bleek uit de monitorvragen dat onze kinderen niet altijd op de hoogte zijn van nieuwe boeken. De medewerker kan ons daar nu bij helpen door nieuwe boeken in de klas te presenteren en de leraren te instrueren. Op die manier is de Bibliotheek op school maatwerk.”

Toekomstgericht
“De monitor wordt elk jaar bij de leerlingen afgenomen en brengt de leeshouding en het leesplezier van de kinderen in beeld”, legt Gerard Meijer uit. “De gegevens van de monitor zijn allereerst bedoeld voor de school zelf. Daaruit kunnen zij ontlenen of de aanpak goed loopt en hier en daar het leesmediaplan bijstellen. Ontwikkeling en vernieuwing zitten er zo vanzelf ingebakken. Als wij over een of twee jaar ons eindbeeld bereikt hebben en de meeste scholen hebben voorzien van een bibliotheek, zal de samenwerking niet stoppen maar juist een eigen dynamiek krijgen.”

Ook Dolfing ziet een beloftevolle toekomst voor de Bibliotheek op school. “Lezen is de basis van alles en dat blijft zo”, zegt Dolfing. “Welke media je ook gebruikt, lezen zit daar altijd bij in, om informatie tot je te nemen.” Informatie verwerken en omgaan met multimedia zijn belangrijke vaardigheden in deze tijd. De bibliotheek ziet het als haar taak om kinderen te helpen hun weg te vinden op bijvoorbeeld het internet. Het Digitaal Portaal dat bij het programma hoort, kunnen kinderen en leerkrachten niet alleen gebruiken om in de collectie te zoeken. Het biedt ook een selectie aan betrouwbare en geschikte websites voor kinderen waarin ze hun informatie kunnen vinden.

Mediawijsheid is naast lezen een steeds belangrijker onderwerp. “Vanuit de opdracht van Kunst van Lezen is gekozen om de focus te leggen op het verbeteren van informatievaardigheden van kinderen zodat ze goed worden in het zoeken, begrijpen en inzetten van bronnen bij een werkstuk of spreekbeurt”, vertelt Langendonk. “De leesconsulenten ondersteunen de leerkrachten dus zowel bij lezen als bij informatievaardigheden. De bibliotheek kan de school ook informeren over zaken als cyberpesten en game-verslaving, maar alleen als daarvoor aparte (financiële) afspraken gemaakt worden, het valt buiten de reguliere dienstverlening van de Bibliotheek op school.”

Tot 2016 is de subsidie voor Kunst van Lezen gegarandeerd. “De komende anderhalf jaar moeten we het ministerie zien duidelijk te maken dat het hierbij niet moet blijven. Structurele subsidie is belangrijk, want voor veel scholen en bibliotheken is het moeilijk om de financiering rond te krijgen,” legt Langendonk uit. “Het is ook niet iets wat je er als school of bibliotheekorganisatie even bij doet. Vanuit Stichting Lezen en het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken (SIOB) steken we nu veel geld in het creëren van goede voorbeelden. Dat stimuleert andere scholen en bibliotheken om de samenwerking op te pakken en gemeenten om lokale financiering te regelen. Zo was ik laatst op een school in Veendam, een gebied in Groningen waar de leerlingaantallen sterk teruglopen. Mede dankzij extra geld van Stichting Kinderpostzegel is de school nu voorzien van een goed uitgeruste bibliotheek. De directeur was bijna in tranen. Een schoolbibliotheek was iets wat ze al heel lang wilde, zeker nadat de bibliobus werd wegbezuinigd, maar er was nooit geld of belangstelling voor. Het is een genot om te zien dat kinderen naar een klaslokaal kunnen gaan om boeken uit te lenen en zelf een functie hebben in de uitleenadministratie. Het gebruik van de bibliotheek gaat door deze aanpak met sprongen vooruit. En het lezen als gevolg.”

© Nationale Onderwijsgids 

De Bibliotheek op school is een leesbevorderingsprogramma uitgevoerd door bibliotheken. Op initiatief van de plaatselijke bibliotheek wordt samen met het onderwijs en de gemeente structureel gewerkt aan het vergroten van de lees- en informatievaardigheid van kinderen. Meer informatie over de aanpak is te vinden op www.debibliotheekopschool.nl, www.kunstvanlezen.nl, www.leesmonitor.nu en www.boekstartpro.nl