
België telde in 2009 1.115.000 vrouwen op actieve leeftijd (15 tot 64 jaar) met een diploma hoger onderwijs. 1.305.000 hadden een diploma hoger secundair onderwijs en 1.124.000 kwamen niet verder dan het lager secundair onderwijs. In 1999 bedroeg het aantal laaggeschoolde vrouwen nog het dubbel van het aantal met een diploma hoger onderwijs.
Relatief gezien zijn vrouwen hoger opgeleid dan mannen: 31,5 % van de vrouwen heeft een diploma hoger onderwijs, tegen slechts 27,4 % van de mannen. Die kloof is de laatste tien jaar sterk toegenomen. In 1999 waren de cijfers nog 23,4 % voor de vrouwen en 22 % voor de mannen.
Dezelfde evolutie is waarneembaar op de arbeidsmarkt. De categorie hooggeschoolde arbeidskrachten wordt nu beheerst door vrouwen (885 500 vrouwen tegen 833 000 mannen). Terwijl de werkgelegenheidsgraad van mannen de laatste tien jaar ongeveer gelijk is gebleven, is die van vrouwen met 5,6 % gestegen. Sinds 2003 bedraagt de gemiddelde jaarlijkse stijging zelfs 0,7 %.
Bron: Nieuwsbank