Bij hogescholen gaan van elke euro aan personeelskosten drie kwartjes rechtstreeks naar het onderwijs. Dat heeft de HBO-raad becijferd.
De samenwerkende hogescholen ontkrachten hiermee de aantijgingen dat dertig tot veertig procent van hun budget aan bijkomende kosten op gaat. 'Nu de feiten bekend zijn kunnen we weer debatteren over de echte kwestie; hoe verhogen we de kwaliteit van het hoger onderwijs?', zegt de voorzitter van de HBO-raad Guusje ter Horst.
In 2007 berekende Berenschot op verzoek van HBO-raad en VSNU dat er bij instellingen voor hoger onderwijs gemiddeld 26 procent zuivere overhead was. De HBO-raad heeft dit onderzoek nu opnieuw uitgevoerd. Daarbij is dezelfde methodiek toegepast op de laatst bekende gegevens, die van 2009. 74,2 procent van de personele middelen gaat naar onderwijs, onderzoek en directe ondersteuning van studenten. Naar het managen van de hogescholen gaat minder dan 4 procent van het budget.
De overhead van hogescholen bevindt zich beneden de middenmoot in de publieke sector. Recente cijfers van Berenschot tonen aan dat die aanzienlijk hoger ligt bij bijvoorbeeld gemeenten en woningcorporaties, respectievelijk 33,6 en 34,6 procent. Ministeries komen daar weer ruim boven met 41,9 procent.
De hogescholen stellen vast dat de discussies over overhead vooral gaan over de omvang en niet over het nut. Toch hanteren ze bij het bepalen van de overhead een conservatieve definitie. Zo valt daar ook ICT-ondersteuning onder, terwijl zonder ICT geen goed onderwijs of onderzoek mogelijk zou zijn. Daaraan is 4,2 procent besteed. Guusje ter Horst: 'Een hogeschool zonder computers en automatisering hoort zo ongeveer thuis in het stenen tijdperk.'
