Normal_horeca_roomservice

De hoogopgeleide mensen verdringen de laagopgeleiden van de arbeidsmarkt, blijkt uit onderzoek van onder andere de Rijksuniversiteit Groningen. Voor elke honderd instromende hoogopgeleide komen er tien banen bij, becijferden de onderzoekers. Het gaat dan vooral om banen die voornamelijk vervuld worden door laagopgeleiden, zoals in de vrijetijdssector. Dit meldt de Volkskrant. 

Volgens de onderzoekers leidt de toename van hoogopgeleiden in een stad tot verdringing op de arbeidsmarkt. Dit zou deels te verklaren zijn door de studentenpopulatie, de meeste steden met veel hoogopgeleiden zijn vaak studentensteden. Deze studenten werken vaak in de horeca om geld te verdienen. Ook werken de afgestudeerden vaak onder hun opleidingsniveau, omdat zij geen baan kunnen vinden in hun eigen vakgebied.

Steden in Nederland zouden veel moeite doen om hoogopgeleiden aan te trekken, wat de aanleiding is voor het onderzoek. “Eén van de argumenten die steden daarvoor gebruiken, is dat ook laagopgeleiden zouden profiteren van hun komst, door de toename aan laagopgeleid werk. Maar ook in steden met veel hoogopgeleiden zoals Amsterdam is de werkloosheid onder laagopgeleiden hoog”, zegt onderzoeker Roderik Ponds.

Uit het onderzoek blijkt dat de extra banen niet per se leiden tot een lagere werkloosheid onder laagopgeleiden. De grootste reden hiervoor is hoe meer hoogopgeleiden in een stad, des te meer er onder hun niveau werken. In steden zoals Amsterdam zou het gaan om duizenden banen waarvoor geen opleiding vereist is die door hoogopgeleiden worden vervuld.

Hoogleraar arbeidsmarkt Pieter Gautier van de Vrije Universiteit Amsterdam is van mening dat het niet altijd verdringen is als een hoogopgeleide ongekwalificeerd werk doet. Hij geeft aan dat de hoogopgeleide misschien wel niet zo goed is in waarvoor hij is opgeleid. Laagopgeleiden trekken ook naar de steden, omdat ze in de dorpen nog minder kansen hebben. “Hoge werkloosheid van laagopgeleiden in de stad hoeft dus niet het gevolg te zijn van verdringing”, aldus de hoogleraar. 

© Nationale Onderwijsgids