Tien procent van de Oekraïense kinderen is niet op school ingeschreven

De meeste Oekraïense kinderen die in Nederland verblijven gaan hier naar school, maar 10 procent van deze groep staat niet op een school ingeschreven. De Inspectie van het Onderwijs heeft daar geen duidelijke verklaring voor. "Van deze leerlingen weten we niet of de inschrijving nog niet gebeurd is, of de leerlingen op een wachtlijst staan of thuiszitten/thuis gehouden worden", schrijft de inspectie in een rapport.

Bij gemeenten staan in totaal 20.600 Oekraïense kinderen in de schoolgaande leeftijd geregistreerd. Ze hebben hier recht op onderwijs en ook de leerplicht geldt voor hen. Van de pubers die naar de middelbare school moeten, staat 97 procent ingeschreven. Van de kinderen uit de basisschoolleeftijd die de oorlog in hun land zijn ontvlucht na de Russische inval, staat 86 procent ingeschreven op een school.

Tijdelijke onderwijsvoorzieningen 

De onderwijsinspectie is positief over de manier waarop schoolbesturen, schoolteams en gemeenten zich "enorm hebben ingespannen" om in korte tijd tijdelijke onderwijsvoorzieningen op te zetten voor kinderen uit Oekraïne. Ook die voorzieningen hebben last van het lerarentekort, net als andere scholen in het land. "Het tekort aan nt2-docenten en bevoegde leraren is belemmerend voor de inrichting van de tijdelijke onderwijsvoorzieningen", schrijven de onderzoekers. Nt2 staat voor Nederlands als tweede taal. Positief is volgens de inspectie wel dat hier heel veel aandacht aan wordt besteed: op de meeste tijdelijke scholen minimaal een derde van de onderwijstijd.

Onduidelijke toekomst 

Onzekerheid over hoe het leven verder zal lopen maakt wel dat Oekraïense leerlingen "relatief gemakkelijk verzuimen", signaleert de inspectie verder. "Dit heeft te maken met de onduidelijke toekomst voor de leerlingen en hun ouders, de gerichtheid op terugkeer naar Oekraïne of het willen volgen van afstandsonderwijs dat vanuit Oekraïne gegeven wordt."

Diverse aanbevelingen 

De inspectie komt na het onderzoek met diverse aanbevelingen. Zo is het bij het opzetten van nieuwe tijdelijke onderwijsvoorzieningen slim om de samenwerking te zoeken met bestaande organisaties. "Dit voorkomt dat iedereen opnieuw het wiel uit moet vinden." Ook samenwerking tussen besturen onderling en met de gemeente is volgens de inspectie bevorderlijk, net als goede communicatie met ouders.

Een ander advies is om niet alleen Oekraïense kinderen bij elkaar te zetten, maar gemengde groepen te vormen met verschillende nationaliteiten. "Hierdoor neemt de motivatie om Nederlands te leren toe en gaat het leertempo omhoog."

Door: ANP