De waardevolle vrijheid van meningsuiting is in het gedrang en moet zich steeds meer beroepen op de grenzen van onze communicatieve rekbaarheid. We tasten de grenzen af en gaan ervan uit dat het elastiek flexibel genoeg blijft en niet zal knappen. Maar het debat verandert en verhardt. Onze mening mag, nee, móet gehoord worden, want: vrijheid van meningsuiting. Omgangsvormen vervagen hierdoor en we lijken elkaar te moeten overschreeuwen om nog gehoord en opgemerkt te worden. Want wie niet schreeuwt, lijkt er niet (meer) toe te doen en wordt vervolgens verbaal ondergesneeuwd.

Om ervoor te zorgen dat het communicatieve elastiek zijn veerkracht blijft behouden moeten er nu zelfs spelregels worden aangepast rondom de debatten in de Tweede Kamer. Een grote meerderheid van de Tweede Kamer stemde onlangs in met het voorstel van D66 en Groen Links om bedreigingen te gaan verbieden. Waar eerder al het woord ontnomen kon worden bij beledigingen of wanneer de orde werd verstoord, wordt aan deze lijst nu het uiten van bedreigingen toegevoegd. En wanneer een Kamerlid de bedreigingen niet wil terugnemen, moet deze persoon de Kamer verlaten of wordt hij of zij een dag geschorst. Op de gemiddelde school, waar cognitieve ontwikkeling en sociale omgangsvormen onder andere belangrijke speerpunten zijn, gelden soms minder strenge regels.

Ruwe taal beperkt het vrije woord

"Een beschamende vertoning; houdt dit slechte voorbeeld nog een keer op, wat een stel kleuters bij elkaar, hoe wil de politiek op deze manier de kloof tussen Den Haag en de burgers kleiner maken?" Het waren deze geschreven woorden die Kamervoorzitter Vera Bergkamp per brief ontving van een schoolklas, die recent een debat had bijgewoond. Het was voor haar hét moment om een brief op te stellen waarin ze oproept om op een respectvollere manier met elkaar om te gaan tijdens debatten, mede omdat beledigingen en ruwe taal juist het vrije woord beperken in plaats van dat deze ongepaste omgangsvormen kracht bijzetten tijdens een verhitte discussie.

Betreurenswaardig

Het is betreurenswaardig dat we in een beschaafd geacht land het debat aan moeten gaan over het hanteren van strengere regels, op een plek waar we juist voorbeeldgedrag naar de hele bevolking toe zouden verwachten. De communicatie- en omgangsvormen van onze hoogste beleidsmakers stralen namelijk uit over onze maatschappij en kunnen van grote invloed zijn op de bevolking. De jongere generaties nemen dit gedrag ook over van onze politici. Het is ze haast niet kwalijk te nemen. Kopieergedrag hoort namelijk bij het opgroeien en het verwerven van je plek in de maatschappij met een daarbij behorende status. Een ongewenst gevalletje van slecht voorbeeld doet dus slecht volgen, zeg maar. Ondertussen vraag ik me weleens af hoe we vervolgens de leerlingen op school nog kunnen aanleren om niet (meer) te schelden of, erger nog, mensen te bedreigen, terwijl dit gemeengoed is geworden in het gewaande epicentrum der beschaafdheid?

Dynamische driehoek

Wanneer we het hebben over de opvoeding en de ontwikkeling van een kind, is het van belang dat er gewerkt wordt vanuit het principe van de zogeheten ‘dynamische driehoek’ tussen de ouders, school en het kind. Het is hierbij van belang dat de wisselwerking tussen de drie betrokken partijen in beweging is en blijft, zodat de ontwikkeling van een kind zo optimaal mogelijk kan verlopen. Loyaliteit en communicatie spelen een grote rol om de driehoek in balans te houden. We mogen onze ogen en oren niet sluiten voor de, in dit geval, communicatieve invloeden van buitenaf, waarmee de kinderen, opvoeders en leerkrachten te maken krijgen. Voorbeeldgedrag vanuit de politiek is zeer gewenst en zal de taken van de ouders, verzorgers en leerkrachten meehelpen te verlichten. Een constructievere vorm van je mening uiten kan zomaar een verschil gaan maken om de verharding tegen te gaan. Net als het naar elkaar luisteren in plaats van te overschreeuwen.

Door: Nationale Onderwijsgids / Pascal Cuijpers