In tegenstelling tot Rotterdam, waar de cito-score terugloopt, is de score in Amsterdam met 0,2 punt gestegen, zo meldt Het Parool. Het gemiddelde in de hoofdstad ligt met 537,3 zelfs iets boven het landelijke gemiddelde van 536,5. Dit blijkt uit cijfers van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling.

De score op de cito-toets stijgt al sinds 2004. In 2006 kreeg nog 46 procent een havo/vwo-advies, maar in 2009 steeg dat percentage naar 53 procent.

Het aantal leerlingen met een advies praktijkonderwijs (pro) en vmbo met leerwegondersteunend onderwijs (lwoo), de twee laagste onderwijsvormen, is gedaald van 20,7 procent in 2007 naar 18,2.

Tweederde van de autochtone kinderen krijgt een havo/vwo-advies, terwijl ongeveer 60 procent van de Marokkaanse, Turkse en Surinaamse een vmbo-advies krijgt. In het vmbo is slechts één op de vijf leerlingen van Nederlandse afkomst. Vooral bij Surinaamse kinderen groeit het aantal havo/vwo-adviezen nauwelijks, maar bij Marokkaanse kinderen en vooral Turkse kinderen is groei waarneembaar.

© Nationale Onderwijsgids