Minister Wiersma wil met nieuw curriculum dringende achterstanden wegwerken

Minister Wiersma krijgt veel lof met zijn aanpak van de voortslepende discussie over een nieuw onderwijscurriculum. Wiersma schreef in zijn brief aan de Tweede Kamer dat ‘curriculum.nu nu echt verleden tijd is.’ Sinds 2016 zijn er namelijk door diverse kabinetten miljoenen geïnvesteerd in een nieuw stelsel van wat leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs moeten kennen en kunnen. Wiersma wil toch het grootste gedeelte van deze plannen opzij schuiven. Dat meldt Trouw. 

Wiersma wil oppakken wat het meest urgent is. Dat is de achterstand van Nederlandse leerlingen op het gebied van lezen, schrijven, rekenen, burgerschap en digitale geletterdheid. Woensdag gaat hij hierover in debat met de Tweede Kamer. SP Kamerlid Peter Kwint vindt het een stap in de goede richting en ook Paul van Meenen (D66) vindt het goed dat Wiersma een einde maakt aan de ‘moeizame curriculumherziening’.

Verbetering van basisvaardigheden 

Wiersma belooft dat er nog voor de zomer een masterplan komt voor de verbetering van de basisvaardigheden. Op zijn prioriteitenlijstje staan nog steeds burgerschap en digitale geletterdheid, maar de extra aandacht voor Engels, kennisdomeinen of vakoverstijgende vaardigheden lijken verdwenen. 

Hoogleraar Paul Kirschner (Open Universiteit) was blij verrast door de brief van Wiersma, maar vindt dat burgerschapsvorming en digitale geletterdheid niet persé tot de basisvaardigheden gerekend moeten worden. “Beide zijn zeer belangrijk, maar het zijn geen vaardigheden zoals rekenen, lezen en schrijven. Wie bovendien niet goed begrijpend kan lezen of de basiskennis mist om te evalueren wat die tegenkomt, is ook niet digitaal geletterd.”

Toch nog zorgen 

De zorg van Kwint is ook nog steeds dat het curriculum ‘overladen’ wordt. Ook is hij er nog niet gerust op dat Wiersma zelf docenten gaat betrekken bij het masterplan. Paul van Meenen waarschuwt Wiersma zelf ook. “Dit project heeft de neiging als een duizendknoop te gaan woekeren.”

Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk