Minstens 90 procent van de basisschoolleerlingen blijkt het basisniveau voor zowel lezen, taalverzorging als rekenen te halen. Nederlandse basisscholen scoren daarmee beter dan wordt nagestreefd. Dat blijkt uit een peilingsonderzoek van de Onderwijsinspectie op basis van de uitkomsten van de Centrale Eindtoets van 2015. Dat meldt de PO-Raad.
Voor het eerst heeft de Onderwijsinspectie de scores van de basisschoolleerlingen vergeleken met de referentieniveaus. Deze niveaus zijn beschreven in twee kwaliteiten: de fundamentele kwaliteit; het basisniveau (F) en de streefkwaliteit (S). Niveau 1F en 1S/2F zijn van toepassing op het einde van het basisonderwijs. Uit de vergelijking blijkt dat het Nederlandse basisonderwijs er over het algemeen goed in slaagt om leerlingen de referentieniveaus te leren beheersen. Ruim 90 procent van de leerlingen blijkt niveau 1F te halen. De ambitie lag op 85 procent.
Volgens de inspectie is het tegelijkertijd zo dat leerlingen op de ene school veel meer kans hebben om de referentieniveaus te leren beheersen dan op de andere school. Dit ongeacht het percentage gewichtenleerlingen op de betreffende school. Volgens de inspectie is hier dan ook nog ruimte voor verbetering. De inspectie gaat verder onderzoek doen om zicht te krijgen op mogelijke verklaringen voor de verschillen tussen scholen. Op basis van dit onderzoek wil de inspectie leerpunten voor onderwijsverbetering formuleren.
© Nationale Onderwijsgids
