Normal_debat_kinderen_basisschool__screenshot_

Iets minder dan de helft van de Nederlanders van 15 jaar of ouder heeft zich vorig jaar ten minste één keer ingezet als vrijwilliger. Dat is bijna net zoveel als in 2012. De meeste vrijwilligers zijn actief voor scholen of sportverenigingen en zijn vaak hoger opgeleid. Dit maakt CBS vandaag bekend.

Hoe actief Nederlanders zijn als vrijwilliger verschilt per bevolkingsgroep. De inzet is bovengemiddeld onder hoger opgeleiden, 35- tot 45-jarigen en ook onder ouders van thuiswonende kinderen. Mannen meldden zich vorig jaar even vaak als vrijwilliger als vrouwen. In 2012  deden nog iets meer mannen dan vrouwen vrijwilligerswerk. Vrouwen zetten zich vaker in op scholen, mannen zijn vaker actief voor de sportvereniging. 
 
Met het stijgen van het opleidingsniveau neemt ook de inzet als vrijwilliger toe. Zo was vorig jaar onder de laagst opgeleiden bijna 33 procent actief als vrijwilliger. Bij de hoogst opgeleiden was dit met 62 procent bijna twee keer zo hoog. Niet alleen doen hogeropgeleiden vaker vrijwilligerswerk, ze zijn ook voor andere organisaties in de weer dan lager opgeleiden. Hoger opgeleiden zijn vaker dan lager opgeleiden actief voor school, een sportvereniging, een culturele vereniging, een vakbond of een politieke partij.
 
Bij vrijwilligerswerk voor een hobby- of gezelligheidsvereniging, een kerk of moskee is er minder verschil te zien tussen opleidingsniveaus. De hoogst en laagst opgeleiden zijn, ongeacht hun leeftijd, vrijwel even actief in jeugd- en buurthuiswerk en verzorging of verpleging.
 
Bij de meeste vormen van vrijwilligerswerk zijn allochtonen en autochtonen even actief. Allochtonen doen wel minder vaak dan autochtonen vrijwilligerswerk op gebied van sport en zorg. Westerse allochtonen zijn minder vaak dan autochtonen én niet-westerse allochtonen actief als vrijwilliger voor hun kerk, moskee of andere levensbeschouwelijke organisatie.  
 
© Nationale Onderwijsgids