Normal_kinderopvang_jongen_verf_handen_met_verf

Op het openingscongres van de Week van het Jonge Kind maakte Martin Flier, directeur kinderopvang van het ministerie van Sociale Zaken, de vastgestelde uitgangspunten voor het kwaliteitskader bekend. In 2017 moet het nieuwe kwaliteitskader komen voor de kinderopvang en buitenschoolse opvang (bso) en een jaar later voor de gastouderopvang. Het nieuwe kwaliteitskader moet een einde maken aan het huidige oerwoud aan regelgeving. Dit meldt Kinderopvangtotaal. 

Inmiddels zijn zes uitgangspunten geformuleerd voor het kwaliteitskader. De eerste is het investeren in het personeel. De minister wil werken aan een beter taalniveau en een mix van mbo niveau drie en vier en hbo'ers op een groep. Ook moet er een systeem van permanente scholing komen. Het tweede punt is kinderen beschermen tegen grote risico's en leren omgaan met kleine risico's. Uitgangspunt drie is het concreter maken van de vier pedagogische doelen van Riksen-Walraven en deze beter in de wet verankeren. Hiermee moet het toezicht op de pedagogische kwaliteit ook verbeteren.

Punt vier is dat er een passende regelgeving moet komen die beter aansluit bij de kwetsbaarheid van de jongsten in de groep en de zelfstandigheid van de oudere kinderen. Flier geeft als voorbeeld aan dat de regels in de bso nog voornamelijk gericht zijn op de opvang voor nul tot vierjarigen, maar voor een driejarige gelden andere (veiligheids)normen dan voor een tienjarige.

Als vijfde punt moeten er basisregels komen waar geen onduidelijkheid meer over kan ontstaan. Flier zegt hierover dat de ruimte voor flexibiliteit groter moet worden, maar de basisnormen zoals opleiding van pedagogisch medewerkers staan dan buiten kijf. Als laatste punt moet er meer ruimte komen voor pedagogisch maatwerk, in overleg met de ouders. Flier geeft aan hierbij te denken aan tweetalige opvang, wat nu lastig te realiseren is door de huidige regelgeving. 

© Nationale Onderwijsgids