Normal_portrait-cute-little-baby-children-newborn-caucas-2022-12-16-02-12-43-utc

Het wetsvoorstel van gratis kinderopvang heeft als doel om meer mensen met jonge kinderen op de arbeidsmarkt te krijgen. Maar om de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen aan te pakken moet er niet alleen gekeken worden naar de kwaliteit en beschikbaarheid van de kinderopvang, maar ook naar opties naast de opvang. Dit meldt Nu.nl.

Volgens een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) moet de overheid alternatieven bieden voor onbetaalde taken thuis om de ongelijkheid tussen vaders en moeders recht te trekken. De zorg voor kinderen en huishoudelijke taken is namelijk nog vaak onevenredig verdeeld.
 
De SCP meldt dat de ongelijke verdeling tussen betaald werk en zorg voor de kinderen diep in de maatschappij gebakken zit. Zo is parttime werken voor veel moeders de norm. Dit zorgt echter voor een grote financiële afhankelijkheid bij vrouwen, waarbij zij minder verdienen en zelfs minder pensioen opbouwen.
 
Uit het onderzoek blijkt dat veel vrouwen minder zorg- en huishoudelijke taken willen hebben, maar dat er geen andere optie beschikbaar is. Kinderen zouden vaker naar de opvang kunnen, maar ouders vinden deze zorg niet altijd genoeg.

Ontwikkeling

Bij het zoeken naar een geschikte kinderopvang, kijken verzorgers naar de prijs, kwaliteit en beschikbaarheid. Terwijl goedkopere of gratis kinderopvang bij veel ouders ertoe zou leiden om meer te gaan werken, vinden ze de bijdrage die een opvang kan leveren aan de ontwikkeling van hun kinderen veel belangrijker.
Het SCP gelooft echter dat gratis kinderopvang niet het antwoord is op alle problemen. Veel zorgtaken vinden namelijk plaats bij families thuis, en enig beleid zou dit kunnen ondersteunen. 
 
De organisatie geeft het voorbeeld van langer en volledig betaald verlof voor zowel moeders als vaders. Hierdoor kan er al bij de geboorte van hun kind een eerlijke verdeling gemaakt worden tussen ouders, en er dus minder druk komt te staan op moeders. 
 
Door: Nationale Onderwijsgids / Marian van Reesch