Het gelijkschakelen van kinderopvang en peuterspeelzalen en het stellen van nieuwe eisen moeten achterstanden voorkomen, professionalisering bevorderen en de kwaliteit verbeteren. Minister Asscher van Sociale Zaken verdedigt de wetsvoorstellen die dit regelen. Dit meldt Tweede Kamer.
Met twee wetsvoorstellen wil de minister de regelgeving aanpassen. Het ene trekt de financiering en kwaliteitseisen voor kinderopvang en peuterspeelzalen gelijk, het andere moet innovatie en kwaliteit bevorderen. Dit gebeurt onder andere met: concretere pedagogische doelen, kwaliteitseisen voor kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in lagere regelgeving en helderder regels voor het intrekken van een beschikking tot exploitatie van een kindercentrum, gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang of een peuterspeelzaal.
Als enige woordvoerder is De Graaf (PVV) tegen Asschers wetsvoorstellen: die geven de overheid een veel te grote rol in de opvoeding van kinderen. De andere sprekers steunen de hoofdlijnen, maar er zijn nog wel vragen over zaken als segregatie, veiligheid en ouderparticipatiecrèches. En leidt de stapeling van veranderingen niet tot risico's?, vraagt Heerma (CDA).
De gemeenten krijgen jaarlijks 60 miljoen extra voor voorschoolse opvang. Maar dat geld is niet geoormerkt, stelt Voortman van GroenLinks vast. Komt het wel op de goede plek terecht? Ook Ulenbelt (SP) vraagt naar de toegankelijkheid voor kinderen van niet-werkende ouders. Asscher zal bezien hoe de gemeenten het extra geld voor opvang besteden.
Welke gevolgen heeft de nieuwe wetgeving voor ouderparticipatiecrèches (OPC's), waarbij ouders elkaars kinderen opvangen? Van Weyenberg (D66), Voortman en Heerma vinden het raar dat er geen recht op kinderopvangtoeslag is voor nieuwe OPC's.Van bestaande OPC's is de kwaliteit vastgesteld, zegt Asscher, maar bij nieuwe initiatieven is die niet gegarandeerd.
De Kamer stemt op 21 februari 2017 over de wetsvoorstellen en de ingediende moties.
