Wat zijn de gevolgen van derivaten voor instellingen?
DEN HAAG - Derivaten komen de afgelopen tijd geregeld in het nieuws. In het rapport over derivaten dat de Onderwijsinspectie gisteren naar buiten bracht, bleken 40 instellingen in het hoger onderwijs leningen met een totaalwaarde van 1,3 miljard euro met derivaten te hebben afgedekt. Als al deze derivaten op dit moment zouden worden afgekocht, zou dat 290 miljoen euro kosten.
Derivaten zijn verzekeringen tegen hoge rentes op leningen. Omdat de rentes momenteel laag zijn, zijn de derivaten voor veel instellingen een last. Als instellingen de derivaten laten doorlopen, heeft dit niet direct consequenties. Als ze echter in financiële nood komen, zijn de derivaten een extra strop. Dit gebeurde bijvoorbeeld bij de mbo-instelling Amarantis.
Uit het rapport van de onderwijsinspectie bleek dat een derde van de instellingen van het mbo en het hbo en universiteiten derivaten hebben afgesloten. Daarnaast hebben enkele van hen zogenaamde derivaten met open positie, een verzekering voor een lening die nog niet is afgesloten, omdat dat bijvoorbeeld toch niet nodig bleek.
In het regeerakkoord was al afgesproken de regels rond derivaten te gaan aanscherpen. Minister Jet Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wil scholen nog wel de mogelijkheid geven tot het afsluiten van derivaten om schommelingen in de rente op te kunnen vangen. Daar zet zij tegenover dat de instellingen niet meer mogen speculeren met de derivaten om te pogen geld te verdienen. Ook wil zij ervoor zorgen dat er meer kennis komt over dergelijke onderwerpen, om soortgelijke gevallen in de toekomst te voorkomen.
© Nationale Onderwijsgids / Ype van Woersem
