Normal_student-studying-at-home-2021-10-28-01-16-13-utc

Universiteiten hebben in de coronatijd hun onderwijs online moeten aanbieden. Wat betekende dat voor de toegankelijkheid van het onderwijs voor studenten met een beperking? Suzanne Bakker heeft hier onderzoek naar gedaan. Studenten met een beperking blijken over het algemeen enthousiast te zijn over online onderwijs, al missen sommigen het sociale contact van regulier onderwijs. Bakker adviseert universiteiten daarom om online onderwijs in het onderwijs te integreren, waarbij studenten zelf de keuze moeten hebben of ze er gebruik van willen maken. Dit meldt Ieder(in).

Het is bekend dat studenten met een beperking vaak drempels ervaren tijdens hun studietijd. Heeft het onlineonderwijs in de coronaperiode daarin verandering gebracht? Suzanne Bakker boog zich – met hulp van Ieder(in) – over deze kwestie. Dat deed ze in het kader van haar afstudeeronderzoek voor de Masteropleiding Sociology: Contemporary Social Problems. Doel van het onderzoek: laten zien welke barrières en mogelijkheden online onderwijs biedt op de weg naar inclusief hoger onderwijs.
 
Suzanne nam zeventien diepte-interviews af met studenten met beperkingen aan diverse universiteiten in Nederland en deed daarnaast literatuuronderzoek. De studenten hadden zowel ervaring met het pre-corona onderwijs als met het online onderwijs tijdens de pandemie.

Vele voordelen

De geïnterviewde studenten waren over het algemeen enthousiast over het gebruik van online onderwijs. Om meerdere redenen. Vanwege corona en mogelijk besmettingsgevaar. Omdat ze zo de mogelijkheid kregen om hun studiedag zo in te richten dat die aansloot bij hun energieniveau en zorgbehoefte. En omdat het een oplossing bood voor de slechte toegankelijkheid van universiteitsgebouwen. Eén van hen zei:
 
“De liften zijn om de haverklap kapot, waardoor je niet naar je les kan. Want ja, er zijn ook gewoon dagen geweest dat ik echt die trap niet op kon.”

Enkele nadelen

Enkele studenten wezen ook op een aantal keerzijden. Zoals het minder persoonlijk worden van het sociaal contact met medestudenten tijdens online werkgroepen of hoorcolleges. En studenten met een zintuiglijke beperking vertelden dat een slechte internetverbinding de communicatie met een tolk onmogelijk maakte. Bovendien was het online studiemateriaal op een digitaal scherm soms ontoegankelijk. Eén van hen vroeg daarom om ondersteuning maar daarop werd afwijzend gereageerd:
 
“Ik had een keertje gevraagd of een student-assistent mij na de les even kon (…) uitleggen wat er nou precies op het scherm gebeurt. Ik kreeg te horen: ‘Dat is bijles. Krijgen normale [studenten] ook niet, dus jij krijgt dat recht niet.’”

Beperkte inclusiviteit

Studenten geven dus aan dat online onderwijs kan bijdragen aan inclusief onderwijs, mits de kwaliteit en toegankelijkheid ervan op orde zijn. En verder willen ze graag zelf kunnen kiezen of en wanneer ze gebruik maken van online onderwijs.
 
In het VN-verdrag Handicap staat dat er moet worden toegewerkt naar inclusief onderwijs op alle niveaus. Suzannes advies aan universiteiten is, om de verdere digitalisering in het onderwijs te koppelen aan de criteria voor inclusief onderwijs van het VN-verdrag. Die criteria bepalen dat inclusief onderwijs beschikbaar moet zijn, toegankelijk, aanvaardbaar van kwaliteit en aanpasbaar aan de behoeften van studenten. Online onderwijs invoeren als een regulier onderwijsmiddel – waar studenten met en zonder beperking voor kunnen kiezen – helpt die doelen te realiseren.
 
Veel onderwijsinstellingen evalueren nu of het wenselijk is om de online mogelijkheden uit de coronatijd voor te zetten. Het beleidsadvies van Suzanne aan hen is heel helder: “Online onderwijs is geen stap terug in de tijd, maar onderdeel van de toekomst.”
 
Door: Nationale Onderwijsgids