Risicoscholen doen vaker mee aan de 'Bibliotheek op school'

De aanpak de Bibliotheek op school is bedoeld om het risico op laaggeletterd te verkleinen. Het is daarom wenselijk dat de Bibliotheek op school ook leerlingen bereikt die het risico lopen om uit te groeien tot zwakke lezers. Nieuw onderzoek, uitgevoerd door DUO Onderwijsonderzoek & Advies in opdracht van Stichting Lezen, vanuit het programmabudget voor de Bibliotheek op school, bevestigt dat dit lukt: van de basisscholen met veel leerlingen met het risico op een onderwijsachterstand, doet 56 procent mee aan de Bibliotheek op school. Dit is 49 procent bij de basisscholen met weinig risicoleerlingen. Dat meldt Stichting Lezen. 

Het risico op een onderwijsachterstand is in het onderzoek bepaald op basis van de onderwijsscore. Dit is een maat voor de verwachte schoolprestaties van kinderen, op basis van omgevingskenmerken zoals het opleidingsniveau en herkomstland van de ouders. Basisscholen met veel leerlingen die hoog scoren op deze kenmerken, krijgen aanvullende financiering van de Rijksoverheid.

Geletterder worden 

Adriaan Langendonk, manager leesbevorderingsprogramma’s: "Dit onderzoek bevestigt voor mij dat een aantal gemeenten en de daar gevestigde bibliotheken en scholen inzetten op de aanpak van de Bibliotheek op school in bepaalde wijken waar kinderen een grotere kans hebben op onderwijsachterstanden. Een op maat van de schoolpopulatie gekozen collectie, begeleid door specifiek opgeleide leerkrachten en leesbevorderingsexperts vanuit lokale bibliotheken, bieden de grootste kans dat deze leerlingen geletterder worden omdat ze dagelijks in aanraking komen met boeken en leesactiviteiten."

Taal- en leescoördinator 

In het onderzoek is ook de relatie met andere schoolkenmerken onderzocht. Hieruit blijkt dat basisscholen die beschikken over een taal- en of leescoördinator, vaker meedoen aan de Bibliotheek op school. Verder werken basisscholen met veel leerlingen met het risico op een onderwijsachterstand, ook vaker samen met de openbare bibliotheek. Hetzelfde gaat op voor basisscholen die een taal- en of leescoördinator in dienst hebben.

Door: Nationale Onderwijsgids