Het plan van Amsterdamse scholen om structureel onbevoegde leraren voor de klas te zetten, valt niet in goede aarde bij onderwijsminister Dennis Wiersma. Dat zei hij bij Goedemorgen Nederland. Soms mag bijvoorbeeld een bibliothecaris een leraar ondersteunen met leesonderwijs. Maar onbevoegden voor de klas zetten moet niet de norm worden volgens de minister.
"Ja daar ben ik tegen", zegt de bewindsman over het Amsterdamse plan om juist wel te blijven werken met onbevoegde leraren. Scholen uit Amsterdam, Utrecht, Rotterdam, Den Haag en Almere kregen in 2020 toestemming uit Den Haag om onder voorwaarden onbevoegden voor de klas te zetten, als noodgreep tegen de grote tekorten. Het door Amsterdamse schoolbestuurders in Het Parool geopperde plan om hier de komende vijf à tien jaar mee door te gaan, kan niet op de goedkeuring van Wiersma rekenen.
'Nieuw onderwijs'
In het Amsterdamse dagblad spraken schoolbestuurders van Zonova, Innoord en AWBR over "nieuw onderwijs". Leerlingen krijgen les van bijvoorbeeld kunstenaars, accountants en musici en leraren krijgen een meer coördinerende rol.
Ontwikkeling van kinderen
Wiersma vindt dit slecht voor de ontwikkeling van kinderen. "Ik heb echt de overtuiging dat een vaste leraar, één gezicht, je helpt om dat leren beter te doen en ook een vertrouwensband op te bouwen."
Samenspraak
De minister begrijpt dat scholen proberen op creatieve manieren om te gaan met het lerarentekort. Hij moedigt ook aan dat ze onderling afspraken maken om gaten op te vullen. Maar dan moet dat wel gebeuren in samenspraak met ouders, leraren en leerlingen, vindt hij. "Ik heb de indruk dat bij dit plan die betrokkenheid nog wel wat beter kan op zijn zachtst gezegd", zei Wiersma.
Door: ANP