Vrijwillige ouderbijdrage: wat mag een school wel en niet vragen?

Volgens de wet is de vrijwillige ouderbijdrage echt vrijwillig. Ouders mogen dus zelf beslissen of ze deze betalen of niet. Als je besluit om niet te betalen, mag je kind nog altijd meedoen aan de activiteiten. Basisscholen en middelbare scholen mogen geen kinderen uitsluiten van activiteiten die de school organiseert. Ook niet als de ouderbijdrage niet betaald is. Kinderen mogen ook niet uitgesloten worden van activiteiten die niet bij het verplichte lesprogramma horen. 

Als er te veel ouders niet betalen kan dat wel gevolgen hebben voor de georganiseerde activiteiten. Scholen organiseren dan minder of kiezen goedkopere alternatieven.

Medezeggenschapsraad

De school is wettelijk verplicht om de ouderbijdrage en het vrijwillige karakter ervan te vermelden in de schoolgids. De medezeggenschapsraad (MR) kan controleren of het vrijwillige karakter van de ouderbijdrage voor ouders helder is. Deze MR bestaat uit een groep ouders die de ouders van leerlingen vertegenwoordigt van een school. De MR heeft instemmingsrecht bij het vaststellen van de schoolgids. Daarmee bewaakt de MR dat ouders en leerlingen de juiste informatie krijgen over het vrijwillige karakter, de hoogte en de bestemming van de ouderbijdrage.

Voorbeelden van extra activiteiten

Extra activiteiten waar scholen een vrijwillige ouderbijdrage voor mogen vragen zijn:

• Kerstdiner, paasviering en Sinterklaas
• Excursies
• Schoolreis
• Sportdag
• Schoolkamp
• Bijles, huiswerkbegeleiding, examentraining
• Profielklassen zoals technasium, tweetalig onderwijs (tto), hbo-vooropleiding voor toptalent dans of muziek (DaMu)
• Borg van schoolboeken

Er is wel een duidelijke verdeling tussen kosten waarvoor de school verantwoordelijk is en kosten waarvoor ouders altijd zelf verantwoordelijk zijn. De school is verantwoordelijk voor de aanschaf van bijvoorbeeld leerboeken en examenbundels. Ouders zijn verantwoordelijk voor atlassen, rekenmachines en schriften. Deze zaken zijn noodzakelijk om het reguliere lesprogramma te kunnen volgen.

Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk
Bronnen: Rijksoverheid, Ouders & Onderwijs, Onderwijsinspectie, Onderwijsconsument, Vereniging Openbaar Onderwijs