Leerlingen en scholieren scoren onvoldoende op digitale geletterdheid

Het curriculum in het basis- en voortgezet onderwijs wordt vernieuwd. Zo krijgt onder andere digitale geletterdheid een grotere rol. En dat is nodig, blijkt uit de Monitors Digitale Geletterdheid voor het primair en voortgezet onderwijs: leerlingen scoren in het basis- en voortgezet onderwijs in 2023 weer een onvoldoende voor digitale geletterdheid. Tegelijkertijd geven leraren, schoolleiders, bestuurders en ICT-coördinatoren aan veel meer behoefte aan handvatten en (externe) ondersteuning bij het onderwijzen van digitale geletterdheid te hebben. Dat meldt het ECP.

Van belastingaangifte doen tot nepnieuws herkennen en digitaal contact onderhouden met vrienden en familie: om mee te doen in de samenleving is digitale geletterdheid voor iedereen belangrijk. Toch scoren leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs onvoldoende als het gaat om digitale geletterdheid. Leerkrachten geven de leerlingen in het primair onderwijs gemiddeld een 4,7. In het voorgezet onderwijs krijgen leerlingen een 5,0 (op een schaal van 0 tot 10) van docenten. Het minst scoren leerlingen op computational thinking (po: 3,9, vo: 4,1); problemen leren te omschrijven, zodat ze met een computer op te lossen zijn. Voor praktische ICT-vaardigheden, zoals omgaan met smartphones, tablets en laptops, krijgen leerlingen in primair en voortgezet onderwijs met een 5,7 de hoogste score.

Online les tijdens coronajaren 

In de coronajaren, waarin leerlingen veelal online les kregen, scoorden leerlingen met respectievelijk een 6,0 (po) en 5,5 (vo) net voldoende in de Monitors Digitale Geletterdheid. Toch heeft dit resultaat niet voor een blijvende verbetering  gezorgd, meent Joyce Martina van ECP | Platform voor de InformatieSamenleving. “Of de vaardigheden daadwerkelijk verbeterden in coronatijd, is lastig te zeggen. Leerlingen waren nu eenmaal veel online, waardoor digitale vaardigheden zichtbaarder waren. Uit het onderzoek blijkt dat leraren, bestuurders, schoolleiders en ICT-coördinatoren behoefte hebben aan meer ondersteuning door externe partijen. De voorgenomen veranderingen in het curriculum voor primair en voortgezet onderwijs zullen deze vraag aan ondersteuning versterken.”

Aandacht digitale geletterdheid 

Zowel in het primair als voortgezet onderwijs is de aandacht voor digitale geletterdheid wisselend. En de aandacht die er is, zo concludeert het onderzoek, lijkt te veel ad hoc. Zo is het voor leraren lastig het thema een vaste plaats te geven in hun onderwijspraktijk. Educatieve uitgeverijen en externe, ondersteunende partijen kunnen hier een rol bij spelen. Bijvoorbeeld door digitale geletterdheid een vaste plaats te geven in hun lesmethoden. 

Ondersteuning voor leraren en schoolleiders 

Vanuit Kennisnet, SLO en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is er ondersteuning voor leraren, schoolleiders, bestuurders en ICT-coördinatoren die nu al aan de slag willen met digitale geletterdheid. Zij kunnen met hun vragen terecht bij het Expertisepunt Digitale Geletterdheid. Martina: “Het Expertisepunt wil het onderwijs op het gebied van digitale geletterdheid ondersteunen en wordt de verbindende factor voor iedereen die al bezig is óf aan de slag wil met digitale geletterdheid in het primair- en voortgezet onderwijs.” Het Expertisepunt Digitale Geletterdheid is nog in de opstartende fase, maar je kan er wel al terecht met vragen. Ook kun je je inschrijven voor de nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen van het Expertisepunt en digitale geletterdheid in het algemeen. 

Door: Nationale Onderwijsgids