Verbeteragenda passend onderwijs mbo: de verbeteringen en valkuilen tot nu toe

Meerderheid mbo-studenten krijgt gewenste ondersteuning, alsnog grote valkuil

De Monitor passend onderwijs in het mbo bevestigt dat inmiddels de meerderheid van mbo-leerlingen de (onderwijs)ondersteuning krijgen die zij wensen. Zo krijgen zij bijvoorbeeld extra hulp in verband met persoonlijke problemen (instabiele thuissituatie, mentale gezondheid en financiële problemen), een handicap of chronische ziekte. Daarnaast hebben veel mbo-scholen zich ingezet om hun school fysiek toegankelijker te maken. Echter, minister van Onderwijs Robbert Dijkgraaf uit ook zijn zorgen. Ondanks de verbeteringen die mbo-scholen tonen, is er ook een grote valkuil. Want de monitor toont ook dat een derde van de mbo-studenten niet de ondersteuning hebben gekregen die zij hadden verwacht. Mogelijk zorgt dit ervoor dat leerlingen de looptijd van hun studie niet succesvol kunnen doorlopen, waardoor ze uitvallen en zonder diploma de mbo-school verlaten.

Informatievoorziening over onderwijsondersteuning gebrekkig

Naast het zorgelijke feit dat een derde van mbo-leerlingen dus geen onderwijsondersteuning kreeg terwijl dit wel nodig was, is er nog een punt van zorg die wordt aangestipt in de monitor. Slechts de helft van hulpbehoevende leerlingen binnen het mbo passend onderwijs zou namelijk weten waar en bij wie ze terecht kunnen voor (extra) ondersteuning tijdens hun studie. Mbo-scholen zouden zich dus harder moeten inzetten om informatie over onderwijsondersteuning gemakkelijker vindbaar te maken voor hun leerlingen. Om de scholen hierbij te helpen heeft het Expertisecentrum Inclusief Onderwijs (ECIO) een speciale checklist gemaakt die de toegankelijkheid van informatie controleert en kan helpen verbeteren.

Vastleggen afspraken gebeurt lang niet altijd

Als allerlaatste tekortkoming van de Verbeteragenda haalt minister Dijkgraaf het schriftelijk vastleggen van afspraken aan. De scholen zijn namelijk verplicht om gemaakte afspraken met leerlingen, bijvoorbeeld over begeleiding of extra ondersteuning, schriftelijk vast te leggen. Maar dat gebeurt nog lang niet altijd. Hierdoor is het lastig om daadwerkelijk te meten hoeveel leerlingen extra begeleiding ontvangen sinds de invoering van de Verbeteragenda. Dijkgraaf verwacht echter de eerstvolgende meting verbeterde resultaten te zien door het beter vastleggen van de gemaakte afspraken. Of dit ook echt zo is, zal moeten blijken.

Door: Nationale Onderwijsgids / Fleur Zomer