Nieuw boek van Jelle Jolles legt vinger op zere plek: “Niet de tiener moet veranderen, maar wij”
Met het verschijnen van zijn nieuwe boek Het tienerbrein – een ander perspectief zet neuropsycholoog Jelle Jolles opnieuw een stevige discussie op scherp. Het boek, dat bedoeld is als praktische gids voor opvoeders en onderwijsprofessionals, vormt de aanleiding voor een uitgebreid gesprek met KPC Groep. Centraal staat één vraag die in alle lagen van het onderwijs herkenbaar is: waarom lopen zoveel jongeren vast – en wat zegt dat over ons als volwassenen?
Jolles ziet geen generatie die ‘minder kan’, maar een samenleving die te weinig aansluit bij wat een zich ontwikkelend brein nodig heeft. “De tiener is werk in uitvoering,” zegt hij. “Maar wij behandelen hem alsof hij al beschikt over volwassen taal, inzicht, zelfregulatie en moreel kompas. Dat is een fundamenteel misverstand. Wat de jongere nodig heeft is ‘vrijheid in geborgenheid’.”
Pedagogische verschraling als maatschappelijk probleem
Jolles beschrijft een ontwikkelklimaat waarin taal, gesprek en echte interactie onder druk staan. Ouders hebben minder tijd, scholen kampen met hoge werkdruk en jongeren bewegen zich steeds vaker in snelle, digitale werelden waar nuance en reflectie ontbreken. Volgens hem heeft dat gevolgen voor hun zelfinzicht, planning, empathie en vermogen om emoties te duiden—de zogeheten ‘warme’ executieve functies.
Het antwoord ligt volgens Jolles niet in “meer programma’s”, maar in een stevigere pedagogische basis: nabijheid, richting geven, tijd voor gesprek en het actief aanleren van sociaal-emotionele vaardigheden. “De school is een van de weinige plekken waar jongeren nog kunnen oefenen met echte interactie. Dat maakt de pedagogische rol van de leraar belangrijker dan ooit.”
Samenwerking tussen disciplines: “De kennis ligt verspreid”
In het interview breekt Jolles een opvallend krachtige lans voor samenwerking. Niet alleen tussen scholen en ouders, maar vooral tussen wetenschappelijke domeinen. “Kennis over jeugd is verspreid over neuropsychologie, pedagogiek, cognitieve psychologie, sociologie, jeugdzorg én onderwijswetenschappen,” benadrukt hij.
Juist onderwijswetenschappen spelen volgens Jolles een cruciale rol in het vertalen van inzichten naar de dagelijkse onderwijspraktijk. Maar zolang disciplines naast elkaar blijven opereren, blijven oplossingen versnipperd. “Onderwijs kan het niet alleen. En dat hoeft ook niet. Alleen wanneer we onze kennis bundelen, kunnen we een ontwikkelomgeving creëren waarin jongeren écht tot bloei komen.”
Op de schouders van volwassenen
Wat het gesprek met Jolles zo urgent maakt, is dat hij scherp benoemt wat er op het spel staat. Jongeren die niet over de juiste woorden beschikken om emoties te duiden. Tieners die verdwalen in digitale werelden omdat ze onvoldoende begeleid worden in de 3D-wereld. Verschillende vormen van omgevingsarmoede die kansenongelijkheid versterken.
Maar zijn toon blijft hoopvol. Jongeren, zegt hij, hebben een enorm potentieel. “Ze zijn leergierig, nieuwsgierig, vol energie. Maar ze hebben begeleiding, inspiratie en sturing nodig. Dat kunnen we alleen samen bieden.”
Het volledige interview met Jelle Jolles is hier te downloaden.