 
Blog. De zoektocht van de startende ondersteuningscoördinator
Tijdens iedere startbijeenkomst van de zesdaagse basisopleiding ondersteuningscoördinator stel ik dezelfde vraag aan de deelnemers:
“Wat wil jij in deze opleiding vooral leren of verhelderen?”
Het antwoord is bijna altijd hetzelfde. Veel startende ondersteuningscoördinatoren willen weten wat nu precies wel en niet bij hun taak hoort. De één heeft een uitgebreide taakomschrijving bij zich – soms drie pagina’s vol – terwijl de ander nog helemaal geen formele beschrijving heeft. En beiden worstelen met dezelfde vraag: hoe geef ik mijn rol in de praktijk goed vorm?
In het diepe gegooid
Wie zonder duidelijke taakafbakening begint, ervaart al snel wat veel deelnemers treffend omschrijven als “in het diepe gegooid worden”. Je wilt helpen, je bent betrokken, maar de grenzen zijn vaag. Collega’s, mentoren of zelfs de schoolleiding schuiven vragen door met de gedachte: de ondersteuningscoördinator regelt het wel. Voor je het weet, ben je vooral bezig met brandjes blussen en raak je de strategische kern van je werk kwijt.
Daarom spreken we in de opleiding soms met een knipoog over de Sjakie van Flodder-situatie. In de bekende film en televisieserie was Sjakie de goedbedoelende maatschappelijk werker van de familie Flodder: druk, loyaal en altijd onderweg, maar zonder echte invloed of richting. Hij wilde iedereen helpen, maar werd van het kastje naar de muur gestuurd. Precies dat willen we voorkomen.
Vijf kerntaken als fundament
Om die reden vormt de rolverheldering het hart van de basisopleiding. We brengen de functie van de ondersteuningscoördinator terug tot vijf kerntaken die samen het fundament van het vak vormen:
- Ontwikkelen en adviseren over ondersteuningsbeleid.
- Bewaken van de effectiviteit en efficiëntie van de ondersteuningsstructuur.
- Coördineren van basis- en extra ondersteuning voor leerlingen.
- Adviseren en begeleiden van docenten en mentoren.
- Afstemmen en samenwerken met ouders, externe partners en het samenwerkingsverband.
Deze vijf pijlers geven houvast, maar zijn nooit in beton gegoten. Want geen twee scholen zijn hetzelfde. Een ondersteuningscoördinator in het praktijkonderwijs werkt in een andere context dan een collega in het voortgezet onderwijs of het speciaal onderwijs. Daarom stimuleren we deelnemers om hun taakbeschrijving te zien als een levend document dat meebeweegt met de schoolontwikkeling.
Het gesprek aangaan
Een belangrijk onderdeel van de opleiding is dat deelnemers leren om het gesprek te voeren met hun schoolleiding en team over wederzijdse verwachtingen. Waar ligt de grens tussen beleid en uitvoering? Wanneer ben je adviseur, en wanneer ben je coördinator? En wat is er nodig om je rol duurzaam en met plezier te kunnen vervullen?
Die gesprekken zijn niet altijd eenvoudig, maar ze maken een wereld van verschil. Ze zorgen ervoor dat ondersteuningscoördinatoren boven de waan van de dag uitsteken. Niet meer de vraagbaak voor elk probleem, maar de professional die richting geeft aan een goed georganiseerd ondersteuningsbeleid.
Een krachtige rol
Een ondersteuningscoördinator die zijn rol helder heeft, staat steviger, kan beter prioriteiten stellen en weet wanneer hij anderen moet inschakelen. Dat is niet alleen goed voor de coördinator zelf, maar ook voor de school als geheel.
We gunnen iedere ondersteuningscoördinator zo’n krachtige rol — mét een duidelijke opdracht, voldoende mandaat en ruimte om het werk goed te doen. Want één ding is zeker: de school is niet geholpen met een ‘Sjakie’, maar wél met een professional die weet wat hij doet, waarom hij het doet, en wanneer hij even niets moet doen.
De basisopleiding ondersteuningscoördinator van KPC Groep helpt (startende) ondersteuningscoördinatoren om hun rol te verhelderen, hun grenzen te bewaken en met vertrouwen te werken aan effectief ondersteuningsbeleid.
De volgende opleiding start op 21 januari.
Voor ondersteuningscoördinatoren met minimaal 2 jaar ervaring start 10 februari de verdiepingsopleiding
 
 
