Normal_at-the-hands-of-an-asian-man-who-is-sexually-haras-2023-06-20-04-41-19-utc

Demissionair minister Dijkgraaf wil dat hoger-onderwijsinstellingen melding maken bij de Onderwijsinspectie bij elke twijfel over de vrijwilligheid van seksueel contact tussen student en docent. Ook zegt hij in het nieuwe wetsvoorstel dat instellingen transparanter moeten optreden en sneller moeten reageren op onveilige incidenten. Dit meldt ScienceGuide.

Met het nieuwe wetsvoorstel krijgen veiligheidsincidenten een registratieplicht, en aanvullend een meldplicht voor de meest ernstige incidenten. Ook wordt de huidige meld- en overlegplicht uitgebreid naar situaties die aanleiding geven tot het vermoeden van seksuele intimidatie. Het veiligheidsbeleid moet ook jaarlijks worden geëvalueerd.

Transparantie

Met de nieuwe voorstellen worden er duidelijke richtlijnen gecreëerd om het veiligheidsklimaat op instelling te verbeteren. Ook krijgt de Inspectie hierdoor een beter zicht op het veiligheidsklimaat. 
 
Terwijl het wetsvoorstel geldt voor het gehele onderwijs, worden er specifieke stappen gezet voor het mbo en het hoger onderwijs. In het primair- en voortgezet onderwijst was er al meldplicht voor seksuele misdrijven met minderjarige leerlingen. 

Meerderjarige studenten

Ook meerderjarige leerlingen zitten in een kwetsbare positie ten opzichte van een docent of andere medewerker. Dijkgraaf betoogt dat zij zich beperkt voelen in het melden van seksueel grensoverschrijdend gedrag, bijvoorbeeld uit angst voor negatieve gevolgen voor hun opleiding. Momenteel geldt de meldplicht in het hoger onderwijs alleen voor minderjarigen, waardoor maar een klein deel van de studenten wordt beschermd.
 
Dijkgraaf schrijft: “Het is problematisch als signalen van zedenmisdrijven jegens meerderjarige leerlingen of studenten niet op dezelfde manier worden behandeld als bij een minderjarig slachtoffer.” Volgens hem is er geen onderscheid tussen minderjarigen en meerderjarigen op het gebied van seksuele intimidatie in afhankelijkheidsrelaties in het onderwijs. Ook meerderjarige leerlingen en studenten moeten kunnen leren in een veilige klimaat. 

Overleg

De nieuwe meldplicht zal gelden voor alle vermoedens van seksuele intimidatie. “Uitgangspunt is dat elke seksuele benadering van een met taken belast persoon richting een leerling ongewenst is. Hierbij kan gedacht worden aan ongewenste aanrakingen van seksuele aard, het maken van gebaren of opmerkingen van seksuele aard, maar ook seksueel getinte toenaderingen die online plaatsvinden vallen onder de meld- en overlegplicht”, staat in het wetsvoorstel. Zo moeten scholen ook sneller en meer overleggen met vertrouwensinspecteurs, die een juiste afweging kan maken over de strafbaarheid van het gedrag.
 
Wel is er specifiek sprake van ‘indringende’ seksuele benaderingen, zodat niet elke benadering gemeld wordt. “De indringendheid kan worden afgeleid uit de intensiteit of de duur van de seksuele benadering”, zegt de demissionair minister. Volgens hem kunnen de uitingen ook contextueel zijn. 

Openheid

Het doel van de wetsvoorstel is om een openheid te creëren over grenzen en over wat wel en niet kan. Hierdoor wordt het belang van het slachtoffer of vermeende dader bij incidenten niet vergeten. Laagdrempelige toegang tot een vertrouwensinspecteur is hierbij ook essentieel voor de juiste ondersteuning. 

Uitzondering

De wet zal overigens niet gelden voor vrijwillige seksuele contacten op basis van evidente gelijkwaardigheid tussen bijvoorbeeld een meerderjarige student en een medewerker. Zo kan een ‘met taken belast persoon’ ook een medestudent zijn met een bijbaan als onderwijsassistent in een andere faculteit of met een bijbaan in de kantine van de universiteit. Hierbij is dan geen sprake van een indringende seksuele benadering door een intimiderend karakter en hoeft er geen melding gemaakt te worden.
 
Door: Nationale Onderwijsgids / Marian van Reesch