Normal_trendy-girl-teenager-school-student-in-the-classr-2022-03-14-22-32-03-utc__1_

‘Thuis of in de kluis.’ Op het Calvijn College geldt sinds twee jaar een strikt telefoonbeleid. De scholengemeenschap wilde rust in plaats van ruis in de klas. De laatste maand laait de discussie rondom telefoons op school weer op – het CDA pleit zelfs voor een landelijk verbod. Flip Quist, decaan en docent op het Calvijn College in Goes, vertelt hoe het smartphonevrije beleid bevalt.

Of Flip Quist tijd heeft voor een interview? Ja hoor, mailt hij terug. “Maar bel dan even naar het algemene nummer van de school, mijn mobiel heb ik onder werktijd meestal niet bij me of aan staan.” Ook de decaan havo en docent maatschappijleer moet zich namelijk houden aan het telefoonbeleid op de school.

Sinds twee jaar moeten alle leerlingen – en medewerkers – van het Calvijn College in Goes de telefoon thuislaten of ’s ochtends in een locker doen. Dit zero tolerance-beleid geldt voor alle locaties van het Calvijn College, een reformatorische scholengemeenschap in Zeeland. Gebruikt een leerling de smartphone toch tijdens een les of in de pauze? Dan wordt de telefoon ingenomen en kan hij om half 5 weer opgehaald worden bij het secretariaat. Ook als de leerling om 2 uur al uit is.

Niet tegen de telefoon

De belangrijkste reden voor dit strenge beleid? “De telefoon werd op school als grote stoorzender ervaren”, vertelt Flip. “Bij het opstarten van de les zorgde het voor veel ruis, tijdens de lessen werd er regelmatig naar gekeken en in de pauze zaten leerlingen in hun mobiel gedoken, te gamen, appen of scrollen.”

Het team van het Calvijn College is allesbehalve tégen de telefoon, benadrukt de docent. “Maar we willen geen slaaf zijn van dat ding. We willen leerlingen, en onszelf, laten ervaren hoe fijn het is als je niet telkens hoeft te reageren op appjes of pushberichten.”

Bereikbaar zijn

Om te peilen of er draagvlak was voor het smartphonevrij beleid, werd eerst een enquête uitgezet onder ouders en personeel. Niet iedereen was meteen enthousiast. Ouders waren bijvoorbeeld bezorgd dat hun kinderen niet bereikbaar zouden zijn in geval van nood. “Of ze vonden dat we terug in de tijd gingen”, noemt Flip. “Of dat de huidige maatschappij vraagt om digitale vaardigheden, en dat we leerlingen die juist moeten bijbrengen.”

De bezorgde ouders konden ze geruststellen door te zorgen dat de school zelf goed bereikbaar is. Bovendien gelden er uitzonderingen: een leerling die haar suikerziekte in de gaten moet houden met een app mag haar telefoon wel bij zich houden.

Gekakel en geklets is terug

Ook was er angst dat de school een soort politiestaat zou worden. Die vrees is niet gegrond, volgens Flip. “Wat er in het toilet gebeurt, gaan we echt niet controleren. Dat willen we ook niet. Het blijven jongeren, er gebeurt waarschijnlijk genoeg buiten ons vizier.” Hij wil het beleid ook niet idealiseren. “Er zullen echt nog wel telefoons in tassen zitten. Maar dan zijn ze in ieder geval buiten beeld.”

Uiteindelijk stemde 80 procent van de ouders en medewerkers in met het beleid. Dat was genoeg draagvlak om ermee te beginnen. De beslissing heeft een grote verandering teweeggebracht. “Het is echt een cultuuromslag”, concludeert Flip. “Waar het eerst best stil was in de aula, hoor je nu weer gekakel, leerlingen kletsen met elkaar, zijn aan het pingpongen of tafelvoetballen.”

In de lessen heerst meer rust, de concentratie en focus lijken groter. De docent hoopt dat informatie ook beter blijft hangen. “Ik kan soms echt denken: wat een prachtige les was dit. Je hebt écht contact, terwijl je eerst steeds onderbroken werd door gescrol en geswipe.”

Ook leerlingen zelf geven aan dat ze de rust en gezelligheid fijn vinden, volgens Flip. Hij had meer weerstand verwacht dan uiteindelijk het geval was. “Tuurlijk zijn er genoeg leerlingen die het liever anders zouden zien, maar ze hebben zich er best snel bij neergelegd.”

Telefoontas aan de muur

Veel scholen worstelen met mobiele telefoons in de klas. Helemaal verbieden gaat voor de meeste scholen te ver, wel kiezen ze vaak voor een manier om het gebruik in de les te minimaliseren. Bijvoorbeeld met een telefoontas. Als ze de klas binnenkomen, hangen leerlingen hun telefoon in een tas die aan de muur hangt. Allemaal hebben ze hun eigen, genummerde vakje. Is de telefoon tussendoor nodig, bijvoorbeeld voor een quiz, de agenda of nakijkwerk? Dan mogen ze hem pakken.

Samen met zijn vrouw begon Martijn Baars, zelf gymdocent, in 2016 met de Telefoontas. “Het eerste jaar ging het ontzettend hard”, zegt hij. “Scholen hadden er duidelijk behoefte aan.” Hij merkt niet per se dat er de laatste maanden meer of minder vraag naar is, bijvoorbeeld door de discussie rondom een totaalverbod. “Maar dat is misschien ook omdat zoveel scholen er al een hebben. Ik denk dat er inmiddels op zo’n 50 tot 70 procent van de scholen wel een telefoontas hangt.”

Plek in maatschappij

Zelf is hij geen voorstander van een algeheel verbod, zoals bijvoorbeeld ook al in Frankrijk geldt. “Een smartphone heeft nu eenmaal een grote plek in de maatschappij ingenomen. Daar kunnen we niet omheen. Ik denk dat we kinderen beter kunnen begeleiden in het omgaan met de smartphone, dan dat we hem helemaal verbieden.”

Als Martijn in een treincoupé zit, ziet hij ook iedereen naar zijn scherm staren. Hetzelfde geldt voor een universiteitszaal of gemiddelde voetbalkantine. “Dus als een leerling klaar is met de middelbare school, gebeurt het alsnog.”

Scholen die voor een telefoontas kiezen, adviseert de gymdocent wel om consequent te zijn. Dat wil zeggen: zorg dat alle docenten de tas gebruiken. “Middelbare scholieren hebben duidelijkheid nodig. En je moet de confrontatie met leerlingen wel aan durven gaan. Anders wordt het lastig.”

Quizapps

Een van de voordelen van een telefoontas vindt Martijn dat je de telefoon tussendoor wel kunt gebruiken. Want soms biedt het apparaat juist meerwaarde in het onderwijs, gelooft hij. Denk aan tools en apps als Kahoot! of Wrts. Die gebruikten sommige docenten van het Calvijn College in het verleden ook. Nu niet meer, want er is gekozen voor een alles-of-niets-beleid.

Wel heeft de scholengemeenschap geïnvesteerd in goede alternatieven. Zoals laptopkarren en camera’s. Ook de digitale roosterborden zijn terug, net als de papieren agenda’s. Daarnaast is er met de komst van het smartphonebeleid een module mediawijsheid ontwikkeld, waarbij leerlingen uit de bovenbouw lessen over mediagebruik verzorgen voor de onderbouw.

Flip: “We krijgen vaak de vraag: zijn jullie examenresultaten al omhoog gegaan door het telefoonverbod? Maar daar gaat het ons niet eens om, we willen leerlingen vooral laten ervaren hoe heerlijk het is de rust in je hoofd terug te hebben. Hopelijk nemen ze dat patroon mee naar de toekomst. Altijd online kúnnen zijn is fantastisch, altijd online zijn is een ramp.”

Goede voorbeeld geven

Scholen die ook een smartphonevrij beleid overwegen, raadt de decaan aan om eerst voor draagvlak te zorgen en uit te leggen waarom je die keuze maakt. Zodat leerlingen snappen wat mobiels met ze doen. Er is veel informatie beschikbaar die daarbij kan helpen. Zoals Van brokkelbrein naar focus van Gerjanne Dirksen, of Ontketen het brein van je kind van Theo Compernolle.

Zijn er verder nog uitdagingen? Flip moet lachen. “Zonder twijfel. Wat doen we bijvoorbeeld met smartwatches en andere digitale gadgets? Als je nieuw beleid bedenkt, moet je continu scherp blijven. En zelf het goede voorbeeld te geven. Leerlingen betrappen de docenten er nog weleens op dat ze buiten de personeelskamer hun telefoon gebruiken. Zelf kan ik ook niet ontkennen dat ik af en toe denk: nu was een telefoontje best handig geweest. Als ik mijn rooster even wil checken, bijvoorbeeld. Maar alle neuzen moeten dezelfde kant op staan. En uiteindelijk went alles.”

Door: Nationale Onderwijsgids / Bente Schreurs